Mijn kind leert lezen! Kern 10

Leert jouw kind lezen? Meer dan driekwart van de scholen maken hiervoor gebruik van de methode Veilig leren lezen van Uitgeverij Zwijsen. In dit artikel lees je wat je kind leert bij kern 10 en krijg je tips om je kind thuis te laten lezen en spelen met letters en woorden. 

Kern 10: de natuur

Kern 10 gaat over wat er in de natuur gebeurt of kan gebeuren. Met de kinderen bespreken we zaken zoals weersomstandigheden, het landschap en de leefomgeving. Ze leren woorden als: de aarde, de beek, bewolkt, de heuvel, het kalf, de motregen, schuilen en de stortbui.

De nieuwe woordtypen in kern 10 zijn:

  • woorden van één lettergreep die eindigen op -eeuw, -ieuw of -uw, zoals: leeuw, nieuw en duw;
  • woorden van één lettergreep die eindigen op vier medeklinkers, zoals: herfst en sterkst;
  • woorden van twee lettergrepen waarvan de eerste lettergreep een open lettergreep is, zoals: bomen;
  • woorden van twee lettergrepen die beginnen met twee of drie medeklinkers en waarvan de eerste lettergreep een open lettergreep is, zoals: knopen en strepen;
  • woorden van een of twee lettergrepen met in het midden van het woord -ng-, -nk-, -ch- of -aai-, -ooi-, -oei-, zoals: langzaam en zwaaien;
  • woorden van een of twee lettergrepen met in het midden van het woord -eeuw-, -ieuw- of -uw-, zoals: leeuwen en ruwe.

De leerlingen die werken met zon-materialen (een hoger leesniveau dan de basislijn), leren de volgende woordtypen lezen:

  • woorden van drie lettergrepen die eindigen op -eren, -elen of -enen, zoals: gisteren, hagelen en openen;, zoals spannend;
  • woorden van drie lettergrepen die eindigen op -ig, -lijk of -ing, zoals: negentig, vriendelijk en oplossing;
  • woorden van drie lettergrepen met in het midden van het woord -be-, -ge- of -ver-, zoals: weerbericht, ongeluk en treinverkeer;
  • samenstellingen van vier lettergrepen, zoals: boodschappentas;
  • woorden van vier of vijf lettergrepen (zonder specifiek kenmerk), zoals: burgemeester en onderwijzeres;
  • woorden van vier lettergrepen die beginnen met be-, ge-, ver-, on-, of ont-, zoals: weerbericht, ongeluk en treinverkeer.

Spelling

We herhalen de woordtypen die in de vorige kernen werden geoefend met spelling, zodat ze aan het eind van de kern worden beheerst.

Verder oefenen we met één nieuwe spellingcategorie, namelijk woorden van één lettergreep die beginnen met twee of drie letters en eindigen op twee medeklinkers met een tussenklank (kleefletter), zoals: dwerg en sterk.

Woorden van twee lettergrepen met met -aai, -ooi, -oei of een open lettergreep leren de kinderen wel lezen, maar deze spellingcategorieën horen niet bij de spellingstof van groep 3.

Begrijpend lezen

Sinds kern 7 besteden we met regelmaat aandacht aan begrijpend lezen. In deze kern oefenen we onder andere met gatenteksten: korte teksten van vier zinnen waarin in twee zinnen een woord ontbreekt. De kinderen maken de tekst af door het juiste woord te kiezen uit een aantal woorden.

Functioneel en creatief schrijven

Het thema van deze kern is heel geschikt voor schrijfactiviteiten, bijvoorbeeld beschrijvingen van het weer of van een dier. De kinderen maken tijdens kern 10 verschillende werkstukjes, die op sommige scholen worden verzameld in het ‘Natuurboek van de klas’. Wellicht kan je aan het eind van de kern eens een kijkje nemen in het boek.

(Voor)leestips bij kern 10

Onderstaande titels sluiten aan bij het leren lezen op school. De meeste boekjes zijn niet los te koop, maar wel verkrijgbaar bij de bibliotheek.

Zelf lezen niveau maan

Zelf lezen niveau zon

Voorlezen

  • Spin op de maan, Marly van Otterloo en Jan van Lierde, ISBN 978.90.487.2129.0

Kijk voor meer leuke boekjes voor beginnende lezers ook eens in de webshop van Zwijsen. De boekjes zijn te filteren op AVI-niveau, zodat je precies kunt aansluiten bij het leesniveau van je kind.

Speltips

Tip 1: Speurtocht

Op het eerste werkblad staan kaartjes die je kunt gebruiken voor het maken van een speurtocht in huis. Op het tweede werkblad staan kaartjes die je kunt gebruiken voor het maken van een speurtocht buiten. Stop de kaartjes voor de speurtocht buiten in plastic zakjes en hang die met een sluitdraadje op. Op elk blad staan ook lege kaartjes. Daarop kan je zelf een aanwijzing schrijven, als je wilt. Verstop jezelf aan het eind van de tocht of verstop een schat. Je kind kan de kaartjes al zelf lezen en kan dus ook zelf een speurtocht uitzetten.

Tip 2: Tel de lettergrepen

Een leuk taal- en leesspelletje om met je kind thuis te oefenen is ‘tel de lettergrepen’. Je hebt dit werkblad en een dobbelsteen nodig.  Leg de woordkaartjes voor de spelers neer. Een speler gooit met de dobbelsteen en pakt een woord met een gelijk aantal lettergrepen als de ogen van de dobbelsteen. De speler klapt om te horen hoeveel lettergrepen het woord heeft. Is er geen woord meer met het aantal lettergrepen dat de dobbelsteen aangeeft, dan gaat de beurt voorbij. Speel tot alle kaartjes op zijn. Wie heeft de meeste kaartjes aan het eind van het spel?

Reacties (0)

Geef een reactie

Jouw email wordt niet gepubliceerd.

0
    Je winkelmand
    Je winkelmand is leeg< Verder winkelen
      Bereken verzendkosten
      Kortingscode toepassen

        Toegevoegd aan winkelmand

        Naar winkelmandje