Interview met Annemarie van den Brink, schrijfster van het boek ‘Plasticsoep is troep!’ (AVI M6)
Natuurlijk, ze wist dat plastic een grote belasting is voor het milieu. Maar ze schrok ervan dat het probleem veel groter is dan gedacht. ‘Al schrijvende kreeg ik steeds meer kennis van de omvang van dit probleem. En dat is behoorlijk. Als we niet stoppen om het milieu te belasten met plastic troep, dan dobbert er in 2050 meer plastic in zee dan dat er vis in zwemt. Al het plastic afval in zee komt uiteindelijk in een grote kolk van kleine stukjes plastic terecht; de plasticsoep.’
Kinderboekenschrijfster Annemarie van den Brink ontdekte door research voor Plasticsoep is troep! dat er inmiddels zes van die kolken zijn ontdekt. ‘Die zijn onvoorstelbaar groot. Soms wel een miljoen vierkante kilometer – om een idee te geven: dat is 1000 bij 1000 kilometer.’ Daarnaast blijkt de omvang van de vervuiling niet alleen veel groter dan verwacht, maar is ook de impact op mens en dier extra ingewikkeld. ‘Vergelijk het met een pan groentesoep. Daarin drijven ook minuscule bouillonkorreltjes. Zo is het ook met plasticsoep. Al die microplastic-korreltjes komen in het water terecht en worden gegeten door schaal-en schelpdieren, die mensen ook weer eten. Microplastic is eigenlijk overal; in haargel, in crèmes, echt overal.’
‘Al die microplastic-korreltjes worden gegeten door schaal-en schelpdieren, die daarna weer worden gegeten door mensen.’
Het schrijven van Plasticsoep is troep! heeft haar veel milieubewuster gemaakt, zegt Annemarie. Ballonnen zijn hartstikke leuk en ze houdt van feestjes, maar ze laat ze nu niet meer op. Te belastend, want ook die komen ergens terug in het milieu. Als ze buiten loopt, raapt ze hier en daar zwerfplastic op. Zo probeert ze zelf actiever mee te werken aan minder plastic troep. Een tip die de schrijfster ook heel graag meegeeft aan leerkrachten: wees het voorbeeld voor leerlingen.
Hoe kunnen leerkrachten het beste een voorbeeld zijn voor leerlingen?
‘Door met kinderen te praten over het gebruik van plastic en ze daar echt bewust van te maken. Je kunt een wandeling door de buurt maken met leerlingen en ze laten kijken naar welk plastic zwerfvuil daar, of op het schoolplein ligt. Met de kinderen praten over of ze zelf ook veel plastic gebruiken en wel eens weggooien op straat. Je hoeft echt geen milieuactivist te worden, maar bewust worden van je eigen gedrag scheelt al heel veel. Vraag bijvoorbeeld of ze veel losse plastic flesjes gebruiken en wat ze daar mee doen. Neem zelf zo’n duurzaam flesje mee, dat je steeds met water vult. Het zijn vaak hele kleine gedragsveranderingen die al een groot verschil maken. Bij kinderen werkt het heel goed om het plasticprobleem echt concreet te maken.’
Wat kunnen leerlingen zelf nog meer doen?
‘Laat als leerkracht ook zien dat je andere dingen met plastic kunt doen. In het boek staan naast heel veel weetjes, spreekbeurttips en een informatieve quiz, ook heel veel leuke tips, zoals het maken van een kunstwerk of wereldbol van plastic afval. Bij oudere leerlingen kun je vragen of ze ook aan andere kinderen willen vertellen over plastic afval en plasticsoep. Ze kunnen zelf een beker mee naar school nemen, of een rugzak in plaats van een plastic tas. Kleine veranderingen.’
Een aantal afbeeldingen in het boek is best spannend voor kinderen. Is dat bewust gedaan?
‘Daar hebben we (ook de Plastic Soup Foundation werd nauw betrokken bij het boek van de schrijfster – van ieder verkocht exemplaar gaat 1 euro naar de PSF – red.) heel goed over nagedacht. Maar wij zijn echt van mening dat leerlingen van groep 6 dit zeker aankunnen. Het is niet de bedoeling kinderen bang te maken, maar een beetje schrikken mag ook wel. Daar is het plasticsoepprobleem groot genoeg voor. Overigens is de insteek van het boek positief; we willen vooral laten zien dat er heel veel mogelijk is, dat we samen ook verschil kunnen maken in goede zin. Het klinkt misschien een beetje belerend, maar ik geloof écht dat we dit samen moeten doen voor de volgende generatie. Ik hoop dan ook dat iedere leerkracht dit boek aanschaft!’
Dit interview verscheen eerder op landvanlezen.nl.
