Een jaarplanning voor De Zaken van Zwijsen inclusief wereldoriëntatiethema’s

Een mogelijke jaarplanning voor het werken met De Zaken van Zwijsen in combinatie met wo-thema’s

Aan elke methode binnen De Zaken van Zwijsen (Tijd-, Wereld- en Natuurzaken) zijn een achttal wereldoriëntatiethema’s  gekoppeld (zoals Uitvindingen, Kunst en Licht en kleur) die de mogelijkheid geven om zaakvakken geïntegreerd aan te bieden. Voor elke methode gaan wij ervan uit dat er 20 schoolweken nodig zijn om de leerstof door te nemen. Dat geeft ruimte om gedurende het schooljaar aandacht te besteden aan enkele van die wereldoriëntatiethema’s.

We gaan daarbij uit van een schooljaar van 40 weken waarbij we gemakshalve in de schema’s de vakanties hebben weggelaten. We gaan er ook van uit dat je de drie methodes binnen De Zaken van Zwijsen gebruikt. Elke methode bevat 5 thema’s per leerjaar; elk thema omvat 4 lessen (3 lessen, 1 toetsles).  De wereldoriëntatiethema’s zijn in principe niet aan tijd gebonden, maar voor de duidelijkheid houden we in de voorbeelden een tijdsduur aan van 4 weken per thema.

Mogelijkheid 1

Elke week geef je een les uit elk vakgebied (je geeft dus een les natuuronderwijs, een les geschiedenis en een les aardrijkskunde). In 4 weken is zo binnen elk vakgebied een thema afgerond. Daarna werk je gedurende een periode van 4 weken aan een wereldoriëntatiethema. Deze afwisseling van telkens een thema uit de methodes en daarna een wereldoriëntatiethema herhaalt zich gedurende het hele schooljaar.

Mogelijkheid 2

Elke week geef je een les uit elk vakgebied (je geeft dus een les natuuronderwijs, een les geschiedenis en een les aardrijkskunde). In 4 weken is zo in elk vakgebied een thema afgesloten. Zo werk je ook de vier daaropvolgende thema’s door. Daarna werk je telkens gedurende een periode van 4 weken aan een wereldoriëntatiethema.

Mogelijkheid 3

Elke week geef je een les uit hetzelfde vakgebied (je geeft dus bijvoorbeeld 3 lessen natuuronderwijs ). In ongeveer 6 weken is dit vakgebied helemaal afgerond. Zo werk je ook de twee andere vakgebieden door. Daarna werk je telkens gedurende een periode van 4 weken aan een wereldoriëntatiethema.