Werkgroep samenstellen: hoe pak je dat aan?

‘Het oordeel van ons als leerkracht weegt op onze school heel zwaar. Het is niet zo dat de directie zegt: ‘Wij moeten een nieuwe methode en deze wordt het.’ Nee, wij moeten ermee werken. Wij nemen de eindbeslissing’, vertelt Fatima El Ajjouri, leerkracht op IKC El Habib in Maastricht.

Met haar parallel-collega Maud Schuimer staat ze voor groep 3. Een paar jaar geleden vormden ze samen de werkgroep ‘Technisch lezen groep 3’, om een nieuwe leesmethode te kiezen. Ze delen hun ervaringen over het samenstellen en onderhouden van de werkgroep.

Hoe kwam het ter sprake dat er een nieuwe methode moest komen?

Maud: ‘We werkten al heel lang met dezelfde leesmethode en als school hebben we de indruk dat als er een nieuwe methode uitkomt, de uitgever er dan vaak heel goed over heeft nagedacht. Dus als er een nieuwe methode is, dan kijken we: wat zijn de voordelen ten opzichte van onze huidige methode, maar vooral ook: is de huidige methode aan vervanging toe? Kan die langzaamaan afgeschreven worden?

En zitten er aan die nieuwe methode dusdanig veel voordelen dat aanschaf meerwaarde heeft?’

‘Als je zeven of acht jaar met een methode werkt, dan is deze vaak wel aan vervanging toe. Dan kijken we naar een opvolger.

Dit jaar ben ik ook naar de NOT geweest en dat vond ik heel erg interessant.

Daar ben ik met name voor de SoVa-methode (sociale vaardigheden) geweest. Nu waren we met een kleine delegatie, maar we hebben besloten dat we de volgende keer met het hele team gaan. Dan kun je gericht werkgroepen maken: ‘Jullie gaan kijken voor rekenmethodes’ en ‘Jullie spitsen je toe op taalmethodes’. Dan neem je zoveel meer informatie op.’

Wie bepaalt wanneer er een nieuwe methode moet komen?

Maud: ‘De beslissing voor het kiezen van een methode gaat vooral in samenspraak met de ib’er en de leerkrachten van de betreffende groep.

We hebben een hele goede ib’er die goed de vinger aan de pols houdt bij wat er in onderwijsland leeft.

Ze is betrokken en weet welke nieuwe methodes er uit komen. Fatima: ‘Ik wil persoonlijk pas switchen van methode als ik merk dat het niet meer loopt. Ik ga niet op zoek naar iets anders als het nog niet nodig is.’ Maud: ‘Het initiatief ligt vaak bij ib en directie en dan kijkt een werkgroep welke methodes het beste bij ons aansluiten.’ Fatima: ‘Als leerkracht van groep 3 mocht ik mijn zegje doen en dat vond ik wel heel fijn. Dat wordt ook echt tegen ons gezegd: ‘Jullie moeten beslissen, waar jullie je fijn bij voelen en wat volgens jullie het beste aansluit bij onze leerlingen’.

Wie was er nog meer nauw bij de werkgroep betrokken?

Maud: ‘De intern begeleidster heeft het hele proces met ons samen doorlopen. En onze toenmalige duo-collega die mijn woensdag opving, zat er ook bij in. Dus we waren met z’n vieren. In dit geval was het heel duidelijk dat wij in die werkgroep zouden zitten, want het was een methode alleen bedoeld voor groep 3.’ ‘Als het gaat om een nieuwe taal-, reken- of leesmethode, daar hebben we coördinatoren voor op school, dus die zitten bij het kiezen voor zo’n methode sowieso in de werkgroep. Maar je hebt ook altijd leerkrachten die er affiniteit hebben en die kunnen zich daar ook bij aansluiten. De uren daarvoor zitten bij onze niet-lesgebonden taken inbegrepen.’

Het budget, regel je dat meteen aan het begin?

‘Hier op school is de regel: als je groep het nodig heeft en als het meerwaarde heeft voor de klas, dan kunnen we het aanschaffen. Dus dan wordt het budget vrij gemaakt. Op voorhand is er wel een kostenplaatje gemaakt, maar het is geen discussiepunt.’

Waar moet een werkgroep aan voldoen volgens jullie?

‘Je moet in ieder geval gemotiveerd zijn. Het is heel nuttig als je affiniteit hebt met het vakgebied, want dan zul je je er ook meer in gaan verdiepen’, zegt Maud. ‘Als je een schoolbrede methode wilt aanschaffen, moet er van elke bouw iemand in de groep zitten. Daar zijn we met de aanschaf van een rekenmethode een beetje de mist mee in gegaan. Toen hadden we alleen maar leerkrachten van de bovenbouw en middenbouw en hadden we onvoldoende zicht op hoe het in groep 3 werkte. De eerste blokken van de methode bleken veel te makkelijk te zijn voor die groep, dus dat pakken we de volgende keer anders aan.

We moeten gerichter vanuit elke bouw iemand hebben die goed meekijkt.’

Wat ging er goed in de samenwerking in de werkgroep?

Maud: ‘De communicatie was heel helder, dat is heel belangrijk. Wanneer we afspraken dat we allemaal binnen twee weken bepaalde documenten zouden bekijken, dan deden we dat ook. Idealiter start je aan het begin van het schooljaar als je de methode het volgende schooljaar wilt implementeren. Dus dan moet je uiterlijk in oktober of november, aan de slag gaan. Dan heb je namelijk tijd om methodes te bekijken. We kwamen om de zes tot maximaal acht weken samen, zeker in het begin. Op het moment dat eenmaal die zichtzending binnen is, dan gebeurt dat ook wel wat vaker. Bij de schifting tot twee methodes hebben we ook weleens externen laten komen.’

Heb je tips voor andere leerkrachten die een keuzetraject ingaan

Fatima: ‘Ik heb zelf gekeken of de methode gedifferentieerd werken aanbood. Wat biedt een methode aan voor zwakkere leerlingen, wat biedt die voor de middenmoot en wat kan de methode bieden voor de iets verdere leerlingen? Dat is heel belangrijk. Ze komen nooit binnen met dezelfde bagage, dus wanneer je voor een methode kiest, is het belangrijk om erop te letten of de methode daaraan kan voldoen.’ Maud: ‘Pas op, dat je niet te specifiek op één ding toespitst. Zorg ervoor dat je de methode breed blijft zien. We hebben vooral op begrijpend lezen gefocust en het gevaar is dan, dat we de keuze eigenlijk al gemaakt hadden, maar ineens dachten: verhip, hoe zit het eigenlijk met spelling?

Dus zorg ervoor dat je de methode als geheel blijft zien.’

Reacties (0)

Geef een reactie

Jouw email wordt niet gepubliceerd.

0
    Je winkelmand
    Je winkelmand is leeg< Verder winkelen
      Bereken verzendkosten
      Kortingscode toepassen

        Toegevoegd aan winkelmand

        Naar winkelmandje