Leren over geld: weetjes

Wat weet jij al over geld? Lees hier meer over geld bij de bank, in de winkel, op televisie / internet en in je spaarpot.

Bij de bank

• Een pincode bestaat uit vier cijfers tussen 0000 en 9999. Deze krijg je door je bank toegewezen. Er zijn tienduizend verschillende pincodes mogelijk.

• Iedere bankrekening in Europa heeft een IBAN, een International Bank Account Number. De IBAN code bestaat uit de volgende reeks letters & cijfers:
  • Landcode (2 letters)
  • 2 controle cijfers
  • Bank code
  • Rekeningnummer

Om de IBAN makkelijk leesbaar te maken, zie je ze meestal in reeksen van 4 tekens, met als voorbeeld NL05 RABO 1234 1234 00.

In de winkel

• Wanneer je met contant geld betaalt, rondt de kassa het totale bedrag van je boodschappen af op vijf eurocent. Dat gebeurt niet als je pint. 
• Winkels ronden de bedragen af zodat ze niet heel veel munten nodig hebben in de kassa van één of twee of eurocent.
• Dat een product duur is, wil niet altijd zeggen dat het beter is.
• Heb je iets nieuws gekocht, maar krijg je spijt? Als je de kassabon hebt bewaard, mag je het vaak binnen een aantal dagen terugbrengen naar de winkel of omruilen in de winkel.   

Op televisie en internet

• Per jaar zien we ongeveer 120 uur reclame.
• Sommige reclame wordt verstopt. Dan eten acteurs in een soap bijvoorbeeld chips van een bepaald merk. Ze hopen dat jij die chips dan ook gaat kopen. We noemen dit sluikreclame.
• YouTubers verdienen veel geld door bepaalde spullen in hun filmpjes te laten zien. Als Dylan Haegens een stoer horloge draagt of Nikkie in haar Tutorials mooie lipstick op heeft, gaan veel mensen dat ook kopen.
• Veel mensen denken dat spullen beter zijn als er een bekend merk op staat. Ze betalen er dan extra veel geld voor. Maar de spullen zijn niet altijd beter. Soms zijn ze vooral duurder omdat er voor de producten veel reclame wordt gemaakt. Reclame maken kost geld. Dat moeten de fabrikanten weer terugverdienen. 
• Wil je iets kopen op internet? Kijk dan of dit teken bij de webshop staat. Dan weet je zeker dat het goed is. 

In je spaarpot

• De meeste kinderen geven hun eigen geld uit aan snoep.
• Meisjes kopen vaak veel spullen die niet zo duur zijn van hun eigen geld. Jongens kopen meestal minder, maar wat ze kopen is duurder.
• In een kasboek kun je bijhouden hoeveel geld je krijgt en hoeveel je uitgeeft. 
• Als je meer geld uitgeeft, dan je hebt, ontstaat er een schuld. Vaak moet je meer geld teruggeven dan je hebt geleend, want dan komt er rente (extra geld) bij.
• Als je 13 jaar bent, mag je je eigen geld gaan verdienen met een baantje. Er zijn wel regels over hoeveel uur je mag werken en wat je kunt doen. Je leest er hier alles over.

Leren over geld

Op deze pagina staan eenvoudige opdrachten over geld om te oefenen op beginnersniveau. Ook kan je een werkblad downloaden om kinderen offline in te laten werken. Deze pagina en het werkblad horen bij het lespakket Het Nationaal Geldexamen.