Buitenles voor groep 1-2

Dinsdag 2 april 2019 was de vierde editie van de Nationale Buitenlesdag. Zwijsen geeft je een buitenles uit Schatkist – het totaalaanbod voor kleuters – cadeau. De les bestaat uit 3 spellen die je op het schoolplein kunt spelen.

• Spel 1) Bloementikkertje
• Spel 2) Hinkelen op bloemen
• Spel 3) Zandbaktuin

Ben jij bekend met Schatkist? Dan hebben de characters Pompom en Loeloe geen introductie nodig. Werk jij niet met Schatkist, dan kun je Pompom en Loeloe tijdens de les vervangen door andere bekende characters.

De les is opgedeeld in een introductie, een kern en een afsluiting. 

Introductie

Pompom: ‘Loeloe is gek op bloeiende bloemen. Kijk maar, op het plein staan haar lievelingsbloemen: de narcis, de hyacint, de paardenbloem en het vergeet-me-nietje. Je kunt ook heel leuke spelletjes met bloemen spelen. Deze spelletjes heb ik van Loeloe geleerd. We beginnen met bloementikkertje.’ 

Spel 1) Bloementikkertje

Wat heb je nodig?

2 nepbloemen met lange steel

Werkwijze

Geef twee tikkers een nep-bloem. De tikkers proberen de andere kinderen te tikken met de nepbloem in hun hand. Wie getikt wordt, verandert in een narcis, hyacint, paardenbloem of vergeet-me-nietje. De ‘bloem’ blijft stokstijf stilstaan, met de handen tegen elkaar in de lucht. Als een ander kind de bloem ‘plukt’ door hem te omarmen, mag het kind weer meedoen.

Na afloop kun je de volgende vragen stellen.

• Wat voor bloem ben jij?
• Heb jij ‘bloemen’ geplukt? Wat vonden die daarvan? Waren ze er blij mee?
• Vind je dit een leuk spel? Denk je dat Loeloe het leuk zou vinden? Waarom wel/niet?

Vervang als het een warme en zonnige lentedag is, de nepbloemen door een plantenspuit. De tikkers proberen de andere kinderen te tikken door ze met het water uit de plantenspuit te raken. Wie nat wordt, verandert in een narcis, hyacint, paardenbloem of vergeet-me-nietje. Het kind blijft stokstijf stilstaan met zijn handen tegen elkaar in de lucht. Als een ander kind de bloem plukt door hem te omarmen, mag het kind weer meedoen.

Kern

Pompom: ‘Dat ging goed! Ik vind het een leuk spel. Loeloe heeft nog meer spelletjes met bloemen bedacht. Zullen we die ook spelen?’

Leg de spellen uit. In deze lesfase verdeel je de kinderen over de drie spellen. Zij voeren de opdracht met hun groepje uit. Geef na een tijdje een wisselsignaal. De groepjes schuiven door naar het volgende spel.

Spel 1) Bloementikkertje

Speel het spel zoals we dat net ook gedaan hebben. Nu met een kleinere groep en één tikker.

Spel 2) Hinkelen op bloemen

Wat heb je nodig?

Stoepkrijt en het kopieerblad Hinkelbloemen (PDF). Teken met krijt hinkelbloemen op het schoolplein zoals aangegeven op het kopieerblad.

Werkwijze

Je ziet hier twee hinkelbloemen (de narcis en de paarden-bloem) en twee tuinpaadjes in de vorm van een bloem (de hyacint en het vergeet-me-nietje). Hinkel op de hinkelbloem en loop voetje voor voetje over het golfpaadje naar de volgende hinkelbloem. Als je rond bent, begin je weer vooraan.

Als hinkelen te moeilijk is, springen de kinderen met twee voeten dicht bij elkaar van vak naar vak.

Optioneel: Leg bij elke hinkelbloem een steentje neer. Dit gooien de kinderen, voordat ze aan de hinkelbloem beginnen, op een van de blaadjes. Bij het hinkelen slaan ze het blad met het steentje over.

Spel 3) Zandbaktuin

Wat heb je nodig?

blaadjes, bloemen, boomschors, emmers, grind, harkjes, 3-4 planken, stuk plastic, schepjes, takjes

Werkwijze

Maak in de zandbak een mooie tuin. Maak bloemenperken met takjes, blaadjes, grind en bloemen. Hark het perkje mooi aan. Maak ook een grote vijver met een stuk plastic. Vul de vijver met emmers water. Leg met een plank een brug over de vijver en maak met boomschors een tuinpad.

Optioneel: De kinderen maken een plan voordat ze beginnen in de zandbaktuin. 

Afsluiting

Zeg: Pompom, wat een leuke spelletjes heeft Loeloe bedacht met al die bloemen. Welk spelletje vind jij het leukst? 

Pompom: ‘Ik vind het hinkelen op de bloemen het allerleukst.’ 

Stel voor om dit hinkelspel nog een keer met z’n allen te spelen. De kinderen maken een lange rij voor de eerste hinkelbaan. Om de beurt hinkelen ze op de baan en lopen via de golf naar de volgende hinkelbaan. Als ze daarmee klaar zijn, lopen ze naar de deur. Een kind mag starten met hinkelen als het kind voor hem bij de ‘5’ is.

Na afloop kun je de volgende vragen stellen.

• Wat wil je nog meer maken in onze zandbaktuin?
• Welk spel vind jij het leukst?

Meer weten?

Deze les komt uit Schatkist, totaalaanbod voor groep 1-2. Met Schatkist gaan kleuters spelenderwijs de wereld om zich heen begrijpen door onderzoekend en ontwerpend te leren. Met doelgerichte thema’s, spelactiviteiten en tips voor het ontwikkelen van 21e eeuwse vaardigheden. Als leerkracht heb je alle ruimte voor eigen keuzes en ondersteuning bij eigen thema’s en activiteiten. 

Lees meer en bekijk de materialen van Schatkist, editie 3