Interview Jan van de Ven, initiatiefnemer ‘PO in actie’

PO in actie blij met toezegging van het demissionaire kabinet, maar sluit nieuwe acties niet uit

De toezegging dat er extra geld komt voor de salarisverhoging van leerkrachten in het basisonderwijs is er. Het exacte bedrag is nog niet bekend. Maar als dit bedrag ver onder de eis van 900 miljoen euro blijft, zijn de leraren absoluut niet tevreden. “Nieuwe acties komen er sowieso”, zegt PO in actie-voorman Jan van de Ven.

‘Wij stoppen niet totdat Den Haag écht over de brug komt’ 

Op 27 juni vroeg PO in actie, samen met de vakbonden en de PO-raad, aandacht voor de te lage salarissen en te hoge werkdruk op Nederlandse basisscholen. Zo’n 90 procent van de scholen hield de deuren het eerste uur gesloten en later die dag verzamelden duizenden leraren, ouders en sympathisanten zich op het Malieveld. Daar werd de petitie met ruim 350.000 handtekeningen overhandigd aan de 11 aanwezige politieke partijen en vicepremier Lodewijk Asscher. 

Extra geld

Met effect, want vorige week werd bekend dat er extra geld voor salarisverhoging voor leraren gereserveerd zal worden. Het exacte bedrag dat wordt uitgetrokken is nog niet bekend. Maar als dit bedrag ver onder de eis van 900 miljoen euro blijft, zijn de leraren absoluut niet tevreden. “Nieuwe acties komen er sowieso, los van de 270 miljoen van Asscher”, zegt PO in actie-voorman Jan van de Ven. “Nu er is toegezegd dat er ‘substantieel’ wat bij komt, blijven we alert. Mocht er tussen de aankondiging van de acties en de acties zelf alsnog een konijn uit de hoge hoed komen, dan blazen we alles af. Al is het een dag van tevoren.”

Serieuze speler

Wat de precieze invulling van de begroting ook gaat zijn, het is de actievoerders in ieder geval gelukt om aandacht te krijgen voor de toestand in het primair onderwijs. PO in actie-voorman Jan van de Ven had niet verwacht dat het initiatief zo’n vlucht zou krijgen. “Half februari schreef ik een opiniestuk dat werd gepubliceerd in De Limburger en De Gelderlander. Ik sloot af met een oproep om samen in actie te komen voor een eerlijk salaris en minder werkdruk. Thijs Roovers was op dat moment actief op Twitter rondom hetzelfde thema. Paul de Brouwer – oprichter van ArnhemMeestert – bracht ons bij elkaar en PO in actie was een feit. Anderhalve week na de oprichting van de Facebook-groep zaten we al op 15.000 aangesloten leerkrachten en binnen een week of drie hadden we meer leden dan de grootste onderwijsvakbonden. Inmiddels hebben zich 43.000 leerkrachten aan onze actie verbonden. Ineens zijn we een serieuze speler binnen het onderwijsveld.”

Stand van zaken

De kopgroep van PO in actie bestaat inmiddels uit vijf meesters en vier juffen, verspreid over het hele land. Door een coalitie met de vakbonden en de PO-raad kreeg de actiegroep al snel meer slagkracht. De genoemde partijen – verenigd in het PO-front – kregen op 27 juni heel onderwijzend Nederland op de been voor een eerlijk salaris en minder werkdruk. Dat de kabinetsformatie zo lang duurt lijkt in het voordeel van de actiegroep te hebben gewerkt, omdat de PvdA daardoor nog invloed heeft kunnen uitoefenen op de nieuwe begroting. Jan: “Het is voor ons nog onduidelijk welke kant het precies op gaat. We hebben geen contact met Den Haag. Vrijwel niemand is in dialoog met de formatietafel, dat wordt ontzettend afgeschermd. Dat vind ik jammer, het zou goed zijn als zij hun oren te luisteren leggen bij de betrokkenen.”

Salarisverschil niet op het netvlies

De toezegging voor extra geld is natuurlijk fijn, maar om de salariskloof tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs te overbruggen is meer nodig. “Bij de formatie zijn de verkiezingsprogramma’s van de partijen die aan tafel zitten de inzet. Helaas is in geen enkel programma, ook niet in die van de oppositiepartijen, het salarisverschil tussen PO en VO als issue benoemd. Sterker nog, we hebben van de woordvoerders in de Kamer gehoord dat niemand zich ervan bewust was dat dat verschil tot wel 20 procent kan oplopen. Misschien komt er nu iets bij, maar dat bedrag is naar alle waarschijnlijkheid onvoldoende om het grote verschil op korte termijn recht te trekken. Daarom blijven we actievoeren en gaan we er alles aan doen om het wél voor elkaar te krijgen, hoe lastig ook.”

Werkdruk

Het verlagen van de werkdruk is een andere eis van PO in actie. Aan welke maatregelen moeten we dan denken? “Er zijn een paar zaken die de beleidsmakers kunnen oppakken, zoals het instellen van een maximale groepsgrootte, geld beschikbaar maken voor meer handen in de school (conciërges en klassenassistenten) en meer voorbereidingstijd voor leerkrachten. Helaas brengt die laatste maatregel ook meteen een nadeel met zich mee: als je leerkrachten meer voorbereidingstijd geeft haal je ze uit de groep weg, waardoor het lerarentekort nog verder oploopt. Je zou het aantal verplichte lesuren omlaag kunnen brengen om dit op te lossen. Maar Nederland heeft forse ambities als het gaat om onderwijs. Op het moment dat die ambitie geld kost omdat je meer leraren nodig hebt om het te kunnen doen, geeft de politiek niet thuis. Dat slaat natuurlijk nergens op.”

In de spiegel kijken

Door bovengenoemde maatregelen kan de overheid dus wel degelijk de werkdruk beïnvloeden. Maar Jan vindt dat leerkrachten, directies en besturen ook eens in de spiegel mogen kijken als het gaat om de werkdruk. “We moeten met elkaar bespreken wat we van elkaar vragen en of dit het uiteindelijke doel dient: het best mogelijke onderwijs bieden aan kinderen op onze scholen. De dingen die we er allemaal bij verzinnen, hebben die een doel of is het werkverschaffing? Den Haag is niet de boosdoener als het gaat om de vaak genoemde administratiedruk. Zij bepalen niet wat we wel of niet moeten administreren en ook de Onderwijsinspectie stelt geen extreme eisen. Die eisen worden vaak opgelegd vanuit de besturen en directies, en veel leerkrachten slikken dat. Maar als leerkracht kun je sommige dingen ook niet doen natuurlijk.

Met elkaar moeten we kijken naar hoe we goed onderwijs verzorgen. Daarvoor is vertrouwen nodig. Maar door de hele keten heen zie ik juist een sfeer van wantrouwen, controle en afrekenen. Van OCW naar besturen, van besturen naar directies en van directies naar leerkrachten. De sector is gebaat bij een algehele cultuurverandering, we moeten vertrouwen op professionaliteit, autonomie en zelfbewustheid.”

Het vuurtje brandend houden

Wat gaat PO in actie nu doen? ”Wij beseffen dat onze rol niet in de uitwerking zit. Wij zien het als onze taak om de problemen te agenderen en om het vuurtje brandend te houden. We blijven druk houden op beleidsmakers in Den Haag om over de brug te komen. Wij hebben niks te maken met ‘vertrouwen op blauwe ogen’ of bedragen die ‘substantieel’ worden genoemd. Voor ons is 900 miljoen voor salarissen en 500 miljoen voor werkdrukvermindering substantieel. Voor minder doen we het niet. Dat betekent ook dat we bezig zijn met het voorbereiden van nieuwe acties. Wij willen de beleidsmakers laten zien dat wij het serieus menen, dat we met ontzettend veel leerkrachten zijn en dat wij ook bereid zijn om voor langere tijd de schooldeuren dicht te doen. De prikactie in juni was goed om de aandacht te trekken, maar als er nu actie wordt gevoerd gaan we ook over tot echte actie, zonder ludiek gedoe.”

Het allermooiste vak!

Als het aan Jan en zijn mede-actievoerders ligt, is de strijd dus nog niet gestreden. “Wij hebben allemaal te maken met collega’s die vertrekken vanwege de hoge werkdruk of die de overstap maken naar het voortgezet onderwijs omdat ze daar een beter salaris krijgen en meer perspectief hebben. Als er niks verandert verwacht ik dat een heleboel leerkrachten iets anders gaan doen. En dat terwijl dit het allermooiste vak van de wereld is!”, besluit Jan. 

Volg de plannen van PO-front op www.pofront.nl

Reacties (0)

Geef een reactie

Jouw email wordt niet gepubliceerd.

0
    Je winkelmand
    Je winkelmand is leeg< Verder winkelen
      Bereken verzendkosten
      Kortingscode toepassen

        Toegevoegd aan winkelmand

        Naar winkelmandje