

Wereldoriëntatie kan het taal- en leesonderwijs versterken
In oktober 2024 is de definitieve versie van de conceptkerndoelen Nederlands gepubliceerd. In de nieuwe kerndoelen is gestreefd naar meer samenhang tussen de taaldomeinen, maar ook naar samenhang met andere leergebieden. In de toelichting staat zelfs het volgende:
Lees hieronder verder of download het artikel (PDF)
Zonder kennis geen begrip
De verbinding tussen wereldoriëntatie en lezen ligt voor de hand, want wereldoriëntatie heeft taal nodig om de wereld begrijpelijk te maken en taal heeft inhoud nodig, en dat kan wereldoriëntatie leveren. Uit onderzoek weten we dat achtergrondkennis over het onderwerp waarover je leest helpt om de tekst te begrijpen en dat kennis een van de belangrijkste voorspellers is voor begrijpend lezen (Houtveen & Van Steensel, 2022; Wexler, 2019; McKeown, Black & Blake, 2009). Het zorgt ervoor dat je verbinding kunt leggen in de tekst en afleidingen kunt maken. Je kunt de informatie die in de tekst staat verbinden met wat je al weet. Anders gezegd: kennis bepaalt of je een beeld krijgt tijdens het lezen.
Kennis bepaalt of je een beeld krijgt tijdens het lezen
Uit onderzoek weten we dat leerlingen vaak moeite hebben met het evalueren van en reflecteren op teksten. Ze vinden het lastig om argumenten te vergelijken en deze te waarderen of op betrouwbaarheid te beoordelen (PISA, 2022). Door teksten te lezen die samenhangen met wat je leert bij wereldoriëntatie leren leerlingen in authentieke contexten verbanden te leggen tussen teksten en de andere informatie die ze verkregen hebben. Ze leren verschillende teksten en informatiebronnen met elkaar te vergelijken en te waarderen, waardoor een dieper leesbegrip ontstaat. Doordat ze vanuit verschillende bronnen over hetzelfde onderwerp lezen, verankeren ook hun kennis en woordenschat. Woorden en begrippen komen steeds terug en hun netwerk wordt steeds verder uitgebreid (Van Koeven, 2018).
Kennis en lezen met begrip gaan hand in hand. Een begrepen tekst vergroot je kennis. Heb je meer kennis dan begrijp je nog moeilijkere teksten en daardoor … enzovoort. Deze opwaartse lijn is de belangrijkste reden om (begrijpend-) lezen en de zaakvakken te integreren.
Verbinding met wereldoriëntatie houdt niet in dat er alleen met informatieve teksten gewerkt wordt. Juist als verhalende teksten worden toegevoegd, kunnen leerlingen zich meer inleven in de situatie en kunnen ze zich er een beter beeld van vormen. Als verhalen en gedichten worden toegevoegd, komen leerlingen in aanraking met uitdrukkingen en gezegden, figuurlijk taalgebruik en een variatie aan bijvoeglijke naamwoorden. Op deze manier leren leerlingen zich ook te verwonderen over taal en worden ze meegenomen in een belevingswereld. Tevens werk je aan de kerndoelen rond literatuur.
Tip voor in de praktijk
Start een geïntegreerde les wereldoriëntatie en tekstbegrip met een les natuuronderwijs of met aardrijkskundige of historische inhoud. De vakdidactiek van de wereldoriënterende vakken is bij uitstek geschikt om leerlingen te motiveren. De kennis die ze opdoen stimuleert leerlingen weer om verder te lezen.
Zoek vervolgens een bij de les passende tekst. “Een rijke tekst is een tekst die de leerling raakt, prikkelt en uitdaging biedt; de leerling helpt bij het begrijpen van zichzelf en de wereld; de leerling uitnodigt tot nadenken en betekenis geven; de leerling betekenisvolle verbanden binnen en tussen teksten laat leggen; afwisselend en veelzijdig taalgebruik heeft; een gelaagde of originele tekstinhoud heeft; authentiek is en afkomstig van een herleidbare bron.” (SLO, bron LeesEvolutie, 2024)
Verbinding met wereldoriëntatie houdt niet in dat er alleen met informatieve teksten gewerkt wordt. Juist als verhalende teksten worden toegevoegd, kunnen leerlingen zich meer inleven in de situatie en kunnen ze zich er een beter beeld van vormen. Als verhalen en gedichten worden toegevoegd, komen leerlingen in aanraking met uitdrukkingen en gezegden, figuurlijk taalgebruik en een variatie aan bijvoeglijke naamwoorden. Op deze manier leren leerlingen zich ook te verwonderen over taal en worden ze meegenomen in een belevingswereld. Tevens werk je aan de kerndoelen rond literatuur.
Alles in samenhang
De samenhang tussen de wereldoriënterende les en een tekst is belangrijk, maar hoe zit het met de samenhang tussen verschillende wereldoriënterende lessen? Het is een misverstand te denken dat het bij aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs zou gaan om het verkrijgen van zoveel mogelijk kennis over de wereld. Kennis is heel belangrijk, maar het is een eerste stap. Het doel van wereldoriëntatie is dat je door die kennis de wereld leert begrijpen. En dat doe je als je verbanden ziet. Je legt tijdens de lessen wereldoriëntatie alle schijnbaar losse puzzelstukjes aan elkaar. Eigenlijk zorgen de taal-denkrelaties die we leggen voor de samenhang in verbanden. We kunnen in oorzaak-gevolg denken, overeenkomsten en verschillen, chronologie, probleem-oplossing. Wanneer we deze relaties doorzien, kunnen we wereldoriënterende thema’s beter begrijpen. Deze taal-denkrelaties zijn ook de basis van de opbouw in teksten en van de opbouw in schrijven (Bogaards, 2023; De Lint & Van Norden, 2022). Het helpt dus om goed te bedenken op welke taal-denkrelaties vooral een beroep wordt gedaan en hoe je ze voor de leerlingen beter kunt verduidelijken.
Kennis en lezen met begrip gaan hand in hand
Tip voor in de praktijk
Er worden te veel ‘grabbeltonlessen’ aangeboden. De lessen wereldoriëntatie blijven hangen in losse, op zichzelf staande brokjes kennis, maar die maken de wereld niet begrijpelijker.
Neem het thema ‘water’. Een les over dit thema kan dan gaan over de Watersnoodramp, over de kringloop van het water, over drijven en zinken, over dieren in het water, enzovoort. De walvis en de Watersnoodramp horen weliswaar ook bij wereldoriëntatie, maar er is geen verband tussen een walvis en de Watersnoodramp. Dit brengt de leerlingen dus niet verder in het begrijpen van de wereld.
Bedenk voorafgaand aan het ontwerpen van een thema wat de leerlingen uiteindelijk moeten begrijpen. Thema’s moeten inhoudelijk logisch zijn en verbanden aanleren. Vraag je niet af wat er geleerd moet worden, maar bedenk wat de leerlingen moeten begrijpen.
Rijke teksten maar dan wel met diepe vragen
Als we de samenhang tussen lessen op orde hebben, is het belangrijk te kijken welke vragen en opdrachten daarbij horen, waardoor de leerlingen deze samenhang ook gaan ontdekken. Door de juiste vragen te stellen geven we de leerlingen focus en zijn ze in staat functioneler te lezen. Ze lezen om informatie te verzamelen, kennis op te doen en deze te vergelijken. Wat ze lezen verankert met wat ze geleerd hebben en zorgt voor meer motivatie. Daarbij weten we dat inhoudelijke doelen belangrijk zijn om gericht te lezen (Fisher & Frey, 2012; Byrnes & Wasik, 2019).
Bij wereldoriëntatie gaat het allang niet meer om het opzoeken van antwoorden in de tekst, maar om nadenken met behulp van de tekst of, nog beter, met bronnen.
Daarvoor is inmiddels veel didactiek ontwikkeld. Met opdrachten als een ranking, een odd one out, een levende grafiek, een historische sudoku, een mysterie, met hoge orde denkvragen kun je leerlingen aan het denken zetten tijdens wereldoriënterende lessen.
We zien dat in het huidige basisonderwijs relatief weinig aandacht wordt besteed aan het schrijven van verhalen en teksten (Staat van het Onderwijs, 2024), maar juist ook door te schrijven verbeteren de leesprestaties (Shanahan, 2020).
Tip voor in de praktijk
Om de kennis van wereldoriëntatie tot zich te nemen, denken, praten en schrijven leerlingen. Juist doordat zij op deze verschillende manieren de taal, en dus ook de kennis, tot zich nemen, beklijven de nieuwe woorden en de nieuwe kennis. Laat de leerlingen aantekeningen maken bij een tekst, een filmpje of een verhaal dat je vertelt. Laat ze een schema invullen rond oorzaak en gevolg, een tijdlijn maken, overeenkomsten en verschillen met elkaar vergelijken. Laat ze een poster maken of een infographic. Hierdoor overzien ze een tekst.
Naast lezen en schrijven is het praten ook een heel belangrijke vaardigheid. Kies teksten die uitdagen om er gesprekken of discussies over te voeren. Door te praten over de teksten, leren de leerlingen elkaars zienswijze. Dit lokt uit om sommige delen nog eens te lezen en tot dieper tekstbegrip te komen. We weten dat gesprekken voeren en discussie over de tekst helpen om het tekstbegrip te versterken (Houtveen, Van Steensel & De la Rie, 2019; Fisher, et al., 2016). Het helpt om een samenhangende kennisbasis te ontwikkelen. Ook helpt het praten over het onderwerp om je gedachten te ordenen en dit is een mooie opstap naar het schrijven (De Lint & Van Norden, 2022).
Tip voor in de praktijk
Zet bij rijke teksten de fasen van Close Reading in met als doel om te komen tot verdieping van kennis.
Na het lezen van de tekst, stel je naast algemene begripsvragen ook de wie-wat-waar-vragen die de leerling letterlijk in de tekst kan opzoeken. Niet om te controleren of de leerling de tekst heeft gelezen, maar of de leerling de tekst heeft begrepen. Dit is de opstap om te komen tot dieper begrip van de tekst.
Met het stellen van waarom-en hoe-vragen die (vak-) inhoudelijk gericht zijn help je leerlingen om kennis te verbreden en verdiepen. Zeker bij wereldoriëntatie is dit erg belangrijk.
Laat de leerlingen tot slot een korte uitwisseling hebben over deze nieuwe kennis. Coöperatieve werkvormen zijn hierbij onmisbaar (Kagan, 2020).
Wereldoriëntatie moet niet plaatsnemen op de bagagedrager, maar moet meetrappen op de tandem

Bij het ontwerpen van een geïntegreerde les is een rijke tekst vaak het startpunt. De wereldorienterende inhoud wordt daar vervolgens bij gezocht alsof wereldoriëntatie geen eigen leerlijn heeft. Maar de zaakvakken moeten niet op de bagagedrager van leesbevordering meegenomen worden. Ze moeten meetrappen op de tandem, want de zaakvakken zorgen niet alleen voor de kennis waarmee leerlingen een tekst kunnen begrijpen, maar motiveren leerlingen nog meer om te gaan lezen. Gebruik de kracht van wereldoriënterend onderwijs om leerlingen aan het (begrijpend-) lezen te krijgen.
Door de juiste vragen te stellen geven we de leerlingen focus en zijn ze in staat functioneler te lezen
Code D en een rijke tekst
In dit voorbeeld zit een link tussen het eerste magazine van Mens en Maatschappij voor groep 7 en leesboeken. Dit magazine gaat over de overgang van jagen/verzamelen naar landbouw. Omdat Ötzi, de ijsmummie, leerlingen meer zal aanspreken dan deze ingewikkelde ontwikkeling, speelt hij een belangrijke rol in de eerste lessen.

Een geïntegreerde les begint met een les wereldoriëntatie. In Code D zetten we daarvoor Kijk en Denkvragen in, waardoor de leerlingen gericht gaan zoeken in de bronnen. Na de lessen over Ötzi kun je rijke teksten aanbieden, bijvoorbeeld uit Waarom de wereld niet eerlijk is van Yuval Harari.

Naast de inzet van een rijke tekst zijn de vragen over die tekst van belang. Hier is veel mogelijk, maar het gaat altijd om vragen waardoor de leerlingen meer nadenken dan opzoeken, zoals met de vragen hiernaast.
Er is zo veel mogelijk!
In het leerlingenmagazine komt ook de bijl van Ötzi terug met zijn bijzondere kop van koper. Maar hoe maak je van kopererts zo’n bijlkop? In het boek Brons van Linda Dielemans lees je het antwoord.
1) Wat werd gebruikt door de jagers en wat hoort bij de boeren? Zet de afbeelding in de juiste rij. Maar let op: soms hoort het bij de jagers, maar ook bij de boeren.
jagers | allebei | boeren |

2) Waarom moeten jagers/verzamelaars vaak verhuizen en kunnen boeren langere tijd op één plek blijven wonen?
3) Waarom hebben dorpen van boeren wel een muur om de huizen, maar dorpen van jagers niet?
4) Wat kun je beter zijn in de tijd van jagers en boeren: een jager of een boer?
Over Zwijsen academie
De Zwijsen academie inspireert en ondersteunt leerkrachten en schoolleiders in hun professionele ontwikkeling. Met expertise in lesgeven en leren draagt de academie bij aan een positieve impact op het onderwijs, zodat elke leerkracht het beste uit hun methode weet te halen. Of het nu gaat om de start met een nieuwe methode of het verrijken van bestaande lessen, de Zwijsen academie biedt begeleiding en inspiratie in elke fase. Van de eerste stappen tot de implementatie en dagelijkse toepassing, afgestemd op de visie en stijl van de leerkracht en de school.
Auteurs: Marieke van Logchem (senior onderwijsadviseur bij Expertis Onderwijsadviseurs in Amersfoort) en Ron Meijer (docent geschiedenis Pabo KPZ in Zwolle).
Foto’s: Rijksmuseum van Oudheden, Ron Meijer, Südtiroler Archäologiemuseum/H. Wisthaler