Veelgestelde vragen software Taaljacht
Software algemeen
Voordat je start met de software van Taaljacht adviseren we om de systeemeisen door te nemen. De software van Taaljacht bestaat uit Leerkrachtsoftware en Oefensoftware.
In het dashboard wordt onder ‘Les voorbereiden’ de lesopbouw weergegeven. Je kunt de verschillende stappen in een les bekijken. Klik je op een lesfase dan zie je de verschillende stappen binnen die fase. Klik je op de bijbehorende afbeelding dan navigeer je naar dat onderdeel in het digibord-programma.
In de leerkrachtassistent vind je de lesfasen in de onderbalk. Druk of klik je op een lesfase dan kun je de verschillende onderdelen zien die bij die fase horen. Druk of klik je op een onderdeel dan ga je rechtstreeks naar die stap in de les.
Digibordsoftware
Vanaf het dashboard kun je eenvoudig jouw les starten. Ga naar ‘Les voorbereiden’. Selecteer een jaargroep en een blok. De derde keuzelijst is nu actief. Klik op het pijltje om een les te selecteren. Klik vervolgens op ‘Les starten’ om de les op het digibord te openen.
Ga naar het eerste lesonderdeel door in de onderbalk de ‘pijltjes’-knoppen te gebruiken. Deze staan rechts onderin het scherm. Alle lesonderdelen worden dan na elkaar getoond.
Wil je rechtstreeks naar een lesonderdeel, druk of klik dan op een lesfase in de onderbalk.
Tip: zet het programma op schermvullend. Druk of klik op de knop in de bovenbalk om de ‘volledig scherm’- weergave aan te zetten.
De leerkrachtassistent helpt je bij het geven van de les via het digibord. Bij elke lesfase worden handige opdrachten en hulpmiddelen aangeboden die je kunt gebruiken tijdens je instructie. Je kunt de lesonderdelen in volgorde doorlopen of rechtstreeks naar een bepaald onderdeel toegaan. De knoppen voor het bedienen van de leerkrachtassistent staan zoveel mogelijk onderaan in het scherm. Zo heb je alle knoppen dichtbij en staan de knoppen niet in de weg bij het tonen van de opdrachten. Zowel de knoppen voor het navigeren door de les als de knoppen voor het bedienen van een lesonderdeel vind je in de onderbalk.
Wil je stap voor stap de les doorlopen, gebruik dan de pijltjesknoppen in de onderbalk. Je kunt vooruit en terug navigeren. Druk of klik je op het pijltje naar rechts dan doorloop je een voor een en op volgorde de verschillende lesonderdelen. Wil je liever vrij navigeren door de verschillende lesonderdelen? Druk of klik dan eerst op een lesfase. Je ziet dan welke onderdelen in die fase zitten. Klik op een titel om dat onderdeel te openen.
Soms bestaat een lesonderdeel uit meerdere stappen. In de knoppenbalk staan dan een aantal cijferknoppen. Gebruik de pijltjesknoppen om de stappen een voor een te doorlopen of druk/klik op een cijferknop om rechtsreeks naar een bepaalde stap te gaan.
Rechts in het scherm vind je een knoppenbalk met daarin de pen-optie. Selecteer de pen om een (aan)tekening te maken. Naast de pen kun je ook kiezen voor een markeerstift. Van beide tools kun je de kleur en dikte van de lijn aanpassen. Naast de pen zijn er nog extra hulptools zoals bijvoorbeeld de timer. Deze vind je in de onderbalk. Druk of klik op de knop met de ‘hamer en sleutel’ en selecteer vervolgens een tool.
Staat een tool open dan blijft deze altijd zichtbaar, ook wanneer je naar een ander pagina gaat. Zo kun je bijvoorbeeld de timer door laten lopen over verschillende lesonderdelen heen.
Druk of klik op de knop met de twee pagina’s (rechthoekjes) in de knoppenbalk, onderin het scherm. De pagina komt dan weer in het midden van het bord te staan.
Wanneer je lesgeeft, kun je in de leerkrachtassistent de woordhulp opvragen door op de ‘W’-knop in de onderbalk te drukken of te klikken. De woordhulp toont alle woorden die bij de les horen. Druk of klik op een woord om de betekenis van een woord op te vragen.
Je kunt de handleiding raadplegen in het dashboard onder ‘Les voorbereiden’. Hierin staan alle stappen van een les beschreven en bij elke stap is een afbeelding van het lesonderdeel op het digibord afgebeeld. Zo kun je eenvoudig de les op het digibord voorbereiden.
Als je tijdens het lesgeven opnieuw de handleiding wilt raadplegen, ga je hiervoor terug naar het dashboard. Bij het openen van een les start de digibordsoftware in een aparte browsertab. Door te switchen van tab kun je eenvoudig terug gaan naar de lesbeschrijving in het dashboard.
Oefensoftware
Ja, thuis kunnen leerlingen dezelfde leerlingsoftware gebruiken. Dit kan via Basispoort met een logincode voor thuis. Ook bieden netwerkomgeving zoals MOO Suite van Heutink standaard de mogelijkheid om de leerlingsoftware thuis te gebruiken. Er is geen onderscheid tussen resultaten van school en van thuis.
Hoe de logincode via Basispoort werkt, leggen we hier uit:
Voor de leerkracht: In Basispoort onder het tabblad Groepen vind je nu, als je je groep aanklikt, een thuislogin code of link voor elke leerling. Je kunt deze code naar de ouders mailen of uitprinten en meegeven. Die hebben de ouders nodig wanneer ze voor de eerste keer hun kind in laten loggen. Vervolgens hebben de leerlingen alleen nog hun gebruikelijke login nodig (dus pincode of plaatje) net zoals op school.
Voor de leerling/ouder (thuis):
- Ga naar www.basispoort.nl of naar https://thuis.basispoort.nl
- Klik in het plaatje ‘Leerlingen’ op de groene button ‘Ik heb een thuis login code’.
- Vul de eerste keer de ‘thuis inlog code’ handmatig in en klik op ‘verifiëren’; Basispoort plaatst dan een cookie.
- Klik in het scherm dat nu verschijnt, op je naam of plaatje dat je ook op school gebruikt.
- Vul nu het wachtwoord in dat je ook op school gebruikt. Of klik op het wachtwoordplaatje dat je ook op school gebruikt. Je kan nu doorklikken naar je digitale lesmaterialen.
Let op!
- Lukt inloggen niet? Leeg de browsercache (wis geschiedenis) en log opnieuw in.
- Is je broer/zus ingelogd bij Basispoort en wil jij nu inloggen op het zelfde apparaat? Log dan helemaal uit, sluit de internetbrowser en log opnieuw in.
- Voer je 10 keer een foute code of wachtwoord in, dan blokkeert je thuis account 1 uur. Alleen de leerkracht kan het account binnen die tijd voor je ontgrendelen.
Problemen met thuis inloggen? Neem contact op met de leerkracht.
In de Oefensoftware oefen je telkens op een specifiek leerdoel. Dit is eenvoudig geformuleerd op maat voor de leerling, en is steeds zichtbaar tijdens het oefenen.
In het keuzemenu van de blokdoelen heeft de leerling een overzicht van alle leerdoelen in dat blok. De kaartjes met de vinkjes in de rechterbovenhoek en de volledig gekleurde onderbalk zijn de leerdoelen die de leerling al behaald heeft.
Elke oefenreeks voor een leerdoel bestaat uit verschillende soorten oefeningen. Om het leerdoel te behalen, doorloopt de leerling verschillende opgavereeksen totdat hij het leerdoel volledig beheerst.
De oefeningen in de Oefensoftware volgen een adaptieve flow. Dat wil zeggen dat elke leerling oefeningen op maat krijg aangeboden. In de bovenste balk van het oefenscherm ziet de leerling naast de luchtballon of helikopter het traject dat doorlopen wordt. Afhankelijk van het niveau doorloopt de leerling drie tot vijf opgavereeksen om een leerdoel te behalen. Behaalt de leerling het leerdoel niet, dan kan hij opnieuw de oefeningenreeks maken tot hij het leerdoel behaalt. De opgavereeksen in de Oefensoftware worden voortdurend bijgewerkt en aangevuld, zodat de leerling telkens met nieuw materiaal aan de slag kan.
Binnen een oefeningenreeks zijn er steeds oefeningen op vier niveaus, die bestaan uit een reeks van vijf of tien opgaven:
Oefenreeks A: je start steeds met een oefening op een basisniveau.
Oefenreeks B: oefening met een hogere moeilijkheidsgraad dan het basisniveau.
Oefenreeks C: oefening met de hoogste moeilijkheidsgraad.
Oefenreeks R: oefening op een remediërend niveau.
Hoe werkt deze adaptieve flow?
De leerling start steeds met de instapreeks A om zijn niveau te bepalen. Na het doorlopen van deze oefenreeks, wordt de volgende reeks toegewezen afhankelijk van het behaalde resultaat.
De leerling gaat meteen door naar oefenreeks C wanneer er geen enkele fout gemaakt werd.
Was het resultaat van de leerling voldoende, dan wordt hij doorverwezen naar oefenreeks B.
Was het resultaat onvoldoende, dan wordt er eerst een remediëringsreeks R gemaakt.
De leerling kan per leerdoel maximaal 5 oefenreeksen doorlopen om het leerdoel te behalen. Werd het leerdoel niet behaald, dan stopt de doelpoging en keer je automatisch terug naar het startscherm. Van daaruit kan de leerling het opnieuw proberen.
Klik op de voortgangsbolletjes boven de oefening waar de leerling op dit moment mee bezig is, om de gemaakte opgaven terug te kijken en eventueel te bespreken met de leerling.
De antwoorden op opgaveniveau kunnen ook vanuit het dashboard op deze manier bekeken worden.
De resultaten van je leerlingen zijn zichtbaar in je dashboard. Ga in het hoofdmenu van het dashboard naar Evaluatie en kies voor Resultaten. Klik dan in het menu rechtsboven in dit scherm op Oefenen om de oefenresultaten van je leerlingen te bekijken.