Materiaal & software

Voor observatie, registratie en planning gebruik je het online programma Digiregie. Digiregie bevat aanvullend lesmateriaal en leuke extra’s.

De Leerkrachtassistent is de software die je gebruikt voor het digibord. De Leerkrachtassistent ondersteunt je bij het lesgeven en verlevendigt de activiteiten.

De leerlingen helpen Pompom door diverse spellen te spelen, hiermee beloningen te verdienen en met alle beloningen samen een oplossing voor Pompom te bedenken.

In de schatkist verzamel je samen met de kinderen en Pompom schatten die passen bij het anker.

Deze doos met 300 kaarten kan je tijdens alle ankers inzetten om belangrijke begrippen voor kinderen inzichtelijk te maken. Bij elk ontwikkelingsgebied zijn kaarten beschikbaar.

Pompom is de centrale figuur van bij Schatkist. Hij is het vriendje van alle kinderen en het startpunt van vele avonturen.

Om het spelen met de Schatkistkaarten leuker te maken, zitten er bij de methode twee zachte dobbelstenen met op elk vlak een insteekhoes. De kaarten kan je hierin stoppen en er vervolgens spelletjes mee doen.

De weekkalender is een magneetbord dat je ophangt in de klas. Je gebruikt diverse kaartjes om de dagen, activiteiten en speciale gebeurtenissen aan te geven.

De getallenwand met de getallen 0 t/m 12 hang je in de rekenhoek en zet je in bij rekenactiviteiten waarbij kinderen spelend leren over hoeveelheden en getallen.

De Zoemverhalen gebruik je bij het verkennen van de letters en hun klank en bij het voorbereidend schrijven. In elk anker zijn twee verhalen opgenomen, één verhaal per letter.

Bij de routine ‘Taal’ krijgt woordenschat een prominente plek in het anker. Bij elk anker zijn 24 woordkaarten ontwikkeld. Op deze woordkaarten staat het woord met een foto aangegeven.

Deze kaarten horen bij de routine 'Op taaltocht', een schattentocht met allerlei talige opdrachten: van nadenken over taal tot fonemisch bewustzijn.

Uit het prentenboek lees je het ankerverhaal voor. Het verhaal geeft informatie over het centrale probleem dat je de komende drie weken met het anker behandelt. Het verhaal activeert de voorkennis bij de kleuters.

Bij elk anker hoort een activiteitenboek, dat je gebruikt als inspiratiebron. Je kiest hier zelf de activiteiten die je met de kinderen per fase wil doen.

Elk voorleesboek bevat 15 korte voorleesverhalen, die aan bod komen gedurende de weken waarin je met het anker werkt. Elke dag 5 minuten een voorleesverhaal: goed voor de taalontwikkeling!

De jaarkalender gebruik je bij het vooruitkijken en terugblikken op de maand en het jaar. De jaarkalender bestaat uit 12 grote posterbladen, voor elke maand één, met stickers.

Deze poster met 38 letters hang je op in de klas bij de lettertafel. Als een nieuwe letter is verkend, kan je bij deze letter een vakje inkleuren of je laat dit de kinderen doen.

Elke leerling heeft een vriendenboek. Het vriendenboek gebruiken de kinderen om de letters te verzamelen.

Je hangt de getallenwand in de rekenhoek en je zet deze in bij rekenactiviteiten waarbij kinderen spelend leren over hoeveelheden en getallen.

Elk anker maakt Pompom weer wat geks, leuks of spannends mee met Loeloe, Tim, Oma en Snoes. Met de poppetjes van de Familie Pompom kunnen de kinderen dit verhaal naspelen.

Loeloe is het jongere nichtje van Pompom. Samen beleven ze allerlei avonturen.

Sommige kinderen leren al lezen voor ze in groep 3 zitten. Daarom heeft Zwijsen meerdere leesseries voor kleuters.

Handpop Zoem kan ter ondersteuning op verschillende momenten worden ingezet. Bijvoorbeeld bij het zoemend lezen van Veilig & vlot.

Deze kaarten horen bij de routine 'Op taaltocht', een schattentocht met allerlei talige opdrachten: van nadenken over taal tot fonemisch bewustzijn.