Acht vragen aan kinderboekenschrijfster Janneke Schotveld
Janneke Schotveld is kinderboekenschrijfster en auteur van ‘Kattensoep’, het Kinderboekenweekgeschenk 2017. Vroeger was ze juf én schrijfster, in 2012 koos ze ervoor om fulltime te gaan schrijven. Inmiddels heeft Janneke vele mooie en vooral grappige kinderboeken geschreven. En ‘er staan nog steeds een heleboel verhalen te dringen om Boek te kunnen worden’, zegt ze. Hieronder beantwoordt ze de leukste vragen van onze volgers.
1. In jouw boeken zit veel humor. Waarom is humor zo belangrijk voor kinderen?
‘Ik denk dat humor belangrijk is voor iederéén. Mensen zonder humor zijn vaak een beetje enge mensen, zoals Trump. Ik vind trouwens niet dat alle boeken per se grappig moeten zijn, hoor. Er zijn ook boeken die heel serieus zijn, en waarbij dat ook heel mooi en passend is. Het is iets wat bij mij vanzelf gaat, het houdt mijn verhalen luchtig.’
2. Het thema van de Kinderboekenweek is ‘Gruwelijk eng!’ Is Kattensoep een eng boek?
‘Het is niet eng, hier en daar wel even spannend misschien. Maar echt eng geloof ik niet … Ik hoefde me niet aan het thema te houden, ben daar ook helemaal niet mee bezig geweest tijdens het schrijven. Dat het omslag er toch een beetje griezelig uitziet is toeval.’
3. Wat vind je zelf spannend of eng? En hoe ga je daarmee om?
‘Ik ben een watje, kijk nooit enge films bijvoorbeeld. En ik hou niet van vliegen, dan ben ik echt een neuroot. Als ik toch moet vliegen, lees ik altijd een makkelijk chicklit-achtig boek, dat helpt.’
4. Je gaat veel op pad tijdens de Kinderboekenweek. Wat vind je de leukste activiteit die op de planning staat?
‘Het is een leuk afwisselend programma geworden: we gaan op bezoek bij scholen, boekhandels en bibliotheken. De afwisseling maakt het leuk, maar ik heb wel een zwak voor kinderboekhandels. Dus dat er daar ook twee van bij zitten vind ik extra leuk.’
5. Welke boeken las je vroeger graag zelf?
‘Ik was geen kritische lezer, las gewoon alles wat op mijn pad kwam. Maar de boeken die ik nog steeds meeverhuis zijn wel de klassiekers uit die tijd: Ronja de Roversdochter, De kleine kapitein, Minoes. Ik lees ze ook nog steeds, eens in de zoveel jaar.’
6. Wat vind je zo leuk aan schrijven voor kinderen?
‘Het is fijn dat bijna alles kan, in een roman voor volwassenen zie je niet zo gauw een juf de klas uit vliegen denk ik.’
7. Waarom is lezen zo belangrijk voor een kind?
‘Het vergroot hun woordenschat, het vergroot hun wereld en daarmee hun inlevingsvermogen.
8. Wij lazen op je site dat je werkt in een schuurtje. Mogen we je werkplek zien?
‘Mijn schuurtje is erg klein, dus niet zo makkelijk op de foto te krijgen! Hier zie je hoe ik nu aan het werk ben, maar soms is mijn bureau ook heel opgeruimd hoor! Ik werk zowel met pen en papier als op mijn appeltje. Vaak eerst het eerste deel schrijven, dan tikken. De muren zijn vooral gevuld met kinderboeken.’
