Dat was het moment dat ik me realiseerde dat het mantra ‘de kleine wijzer is voor de uren en de grote voor de minuten’, dat al sinds mijn eigen basisschooltijd stevig in mijn hoofd verankerd zit, helemaal niet klopt. Immers, de kleine wijzer geeft netjes de tijd aan. Alleen niet zo precies. De grote wijzer is er alleen maar om de minuten precies af te kunnen lezen. En de secondewijzer maakt het allemaal nog nauwkeuriger. Maar heb je ze echt nodig?
Dit soort momenten vind ik magisch. In zo’n minigesprekje zie ik de kwartjes bij wijze van spreken vallen. Juist door dat anders kijken – een klok met maar één wijzer – gaan kinderen bijvoorbeeld veel beter begrijpen hoe tijd en klokken in elkaar zitten.
En de geweldige bijvangst voor mezelf:
Ik ontdek nog bijna wekelijks hoe mooi ook de meest elementaire wiskunde in elkaar zit. Hoe de wiskunde op elegante wijze de meest simpele dagelijkse ‘probleempjes’ oplost. En dat dit soort ideeën telkens weer herbruikt worden.
Want, dat preciezer maken, dat doen we heel vaak. Centimeter niet precies genoeg, we delen het op in 10 gelijke delen en kunnen meten met millimeters. Procenten nog teveel, ziedaar de promille. En meer abstract, als een deling als 22 : 7 niet uitkomt op een geheel getal hebben we de breuken.
In zijn TED-lezing nodigt Roger Antonsen ons uit om de dingen eens vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Hij ziet dat zelfs als dé kracht van wiskunde, en stelt ‘math is the hidden secret to understanding the world’. Dat is misschien wel iets te sterk, maar anders kijken levert wel heel veel op.
Denk bijvoorbeeld maar eens hier aan: Waarom verschilt de route vaak als je kiest tussen de snelste en de kortste weg? Nadenken over deze vraag dwingt om na te denken over de relatie tussen tijd en afstand, en dus over snelheidsverschillen op routes. Bovendien leert het je dat het er erg precies op aan kan komen wélke vraag je stelt.
Ook bij sommen kun je anders kijken, en daar kun je van leren. 3 : 4 = ¾ = 3 x ¼.
Maar waarom eigenlijk? 3 : 4 gaat over 3 helen die worden verdeeld in 4 stukken.
¾ daarentegen is een deel van één geheel. En 3 x ¼ heeft ook te maken met delen van één geheel. Als je kinderen al deze manieren van anders kijken laat tekenen gaan ze opeens, doordat ze vanuit een ander perspectief naar verdelen en breuken kijken, samenhang ontdekken.
Anders kijken levert verwondering, een kritische houding, meer begrip. Én, het laat je de schoonheid van de wiskunde zien. Althans, dat is mijn verre van objectieve mening!