Meer dan alleen een toetsafname

Vanaf blok 1 neem je ieder blok een toets af. De toets gaat over wat de leerlingen hebben geleerd in dit blok. In de toets staan alleen oefeningen die de leerlingen al eens hebben gedaan. Er staat dus niets nieuws in. De toets bestaat uit 2 delen:

• De automatiseertoets: over het goed en vlot maken van opgaven.
• De bloktoets: toetsopgaven bij de weekdoelen van het blok.

Voorbereiding

Alle leerlingen krijgen in blok 1 les 16 een toetsboek met de toetsen van alle blokken. Je neemt van tevoren de handleiding door. Hierin staat kort en duidelijk beschreven wat de leerlingen moeten doen. In het toetsboek staat meestal een voorbeeld, zodat ze meteen zien wat ze moeten doen bij de oefening.

Automatiseertoets

Elke toets begint met de automatiseerdoelen op de eerste bladzijde. Hier staan één of meerdere oefeningen. Als je start zegt, maken de leerlingen zo vlot mogelijk de opgaven. En als je stop zegt, zetten ze een streep onder de laatst gemaakte opgave. De leerlingen gaan daarna naar de volgende oefening en wachten totdat de leerkracht weer het startsein geeft.

In de handleiding staat aangegeven hoeveel tijd de leerlingen per oefening hebben. Bij een getallendictee staan de getallen in de handleiding. Als alle automatiseeroefeningen gemaakt zijn, ga je naar de bloktoets.

Het aantal goed gemaakte opgaven vul je na de toets in op het registratieblad. Opgaven die niet gemaakt zijn mag je dus niet meetellen. Na de les voer je de resultaten in (zie verder).

Bloktoets

Na het maken van de automatiseertoets beginnen alle leerlingen aan de toetsopgaven bij de weekdoelen. In de bloktoets komen de 3 weekdoelen naar voren. Aan elk weekdoel zijn 2 oefeningen gekoppeld. De bloktoets bestaat dus in totaal uit 6 oefeningen. Als de leerlingen klaar zijn met een oefening, mogen ze meteen verder met de volgende oefening. Ze hoeven nu niet op jouw teken te wachten.

Klaartaken

Als de leerlingen klaar zijn kunnen ze verder werken aan de activiteitenkaarten of je laat ze werken aan de automatiseersoftware. Natuurlijk kun je als leerkracht ook zelf iets kiezen als ze klaar zijn met de toets.

Afsluiting

Na een toets kijk je kort terug naar het blok. Wat ging er goed bij de toets? Wat wil je nog oefenen? Je kijkt ook vooruit. Je geeft aan dat we de volgende lessen de doelen gaan herhalen en verdiepen. De doelen die de leerlingen nog lastig vinden, kunnen ze dan nog een keer oefenen.

Registratie en vervolg

Je kunt de resultaten op twee manieren registreren: op papier en digitaal. Op papier doe je dat met het Registratieblad (printblad). Je vult per kind hierop het aantal goede antwoorden in en ziet of er onvoldoende, voldoende of goed is gescoord op elk onderdeel. Om digitaal te registreren voer je de resultaten van de toets in via het dashboard. Ga daarvoor naar Evaluatie > Resultaten. Via de knop ‘Invoeren’ kun je in het digitale registratieblad per kind het aantal goede antwoorden invoeren.

We hanteren de 80%-normering. Dat wil zeggen dat leerlingen die bijvoorbeeld 4 van de 5 opgaven goed hebben een VOLDOENDE krijgen en dus het toetsonderdeel beheersen. Leerlingen die beide toetsonderdelen van een weekdoel beheersen krijgen verdieping bij de HRV-lessen (Herhaling, Remediëring en Verrijking). Leerlingen die 3 of minder van de 5 opgaven goed hebben, krijgen een onvoldoende. Ze beheersen het toetsonderdeel en dus ook het weekdoel nog niet. Zij zullen nog remediëring en herhaling krijgen bij de HRV-lessen. Op het registratieblad wordt aangegeven welke doelen de leerling beheerst en welke doelen de leerling nog niet beheerst. Als leerkracht heb je in één oogopslag duidelijk welke leerlingen bij een HRV-les verdieping of remediëring/herhaling krijgen.

Op basis van de toets en observaties uit voorgaande lessen gaan de leerlingen in de volgende lessen op verschillende manieren verder oefenen. Maak een analyse van de toets aan de hand van het registratieblad zodat in de lessen 17, 18 en 19 een passende instructie met oefeningen aangeboden kan worden.

HRV-lessen

HRV-lessen (les 17 t/m 19) zijn lessen met herhaling, remediëring en verrijking. Deze lessen starten altijd met automatiseren en gaan daarna verder met contextopgaven bij een weekdoel. De leerlingen die het weekdoel nog niet beheersen krijgen een verlengde instructie en de leerlingen die het weekdoel wel beheersen krijgen een verdiepende instructie. Vervolgens gaan de kinderen een activiteit doen die verbonden is aan het weekdoel.

Tenslotte is er een lesafsluiting waarbij de leerling duidelijk in beeld krijgen of ze het weekdoel nu wel of niet beheersen.

De lessen in het kort:

  • Les 17: Alle leerlingen werken in het werkboek en geven in het rekenmuurtje aan of de automatiseerdoelen worden beheerst, aansluitend krijgen ze automatiseeroefeningen op niveau. Daarna verhaling weekdoel 1.
  • Les 18: Leerlingen herhalen de automatiseerdoelen van de toets middels bewegend en spelend leren. Daarna herhaalt les 18 weekdoel 2.
  • Les 19: Leerlingen herhalen de automatiseerdoelen van de toets door middel van bewegend en spelend leren. Herhaalt weekdoel 3.
Reacties (0)

Geef een reactie

Jouw email wordt niet gepubliceerd.

0
    Je winkelmand
    Je winkelmand is leeg< Verder winkelen
      Bereken verzendkosten
      Kortingscode toepassen

        Toegevoegd aan winkelmand

        Naar winkelmandje