‘Ik bespreek ook bewust wat de voor-en achterkant van een boek is en wat de eerste pagina is, omdat kinderen zelf nog wel eens achterin beginnen.’
Woordenschat vergroten
‘Ook voor de woordenschat van kinderen is voorlezen heel belangrijk. De gemiddelde woordenschat gaat omhoog door voor te lezen, dus ik vind het van groot belang’, vertelt Lyan. ‘Tijdens de eerste pauze om 10 uur lees ik vaak uit een prentenboek voor. Daarnaast lees ik tijdens de lunch ook 10 minuten met de klas. Dan pak ik er vaak een verhalenbundel bij van bijvoorbeeld Carry Slee. Heel soms lees ik nog een derde keer op een dag voor, als er tijd over is.’
Voorlezen, hakken en plakken
‘Wanneer ik voorlees uit een prentenboek dan zitten de kinderen in een u-vorm om mij heen. Ik laat het boek zien en vraag bijvoorbeeld: ‘Waar zou het verhaal over gaan?’ Als er een konijn op de omslag staat, dan vraag ik: ‘Hoe kijkt het konijn? Verdrietig? Blij?’’, zeg Lyan. ‘Ik houd het boek dan zo vast, dat de kinderen gemakkelijk mee kunnen kijken. Als ik uit een rijmboek voorlees, dan lees ik zelf eerst een zin voor en laat ik de kleuters de tweede zin aanvullen. En in de klas zijn we veel bezig met woorden hakken en plakken. Dus dan lees ik bijvoorbeeld voor: s-o-k en dan zeggen de kinderen: sok!’ Zo maak ik er een spelletje van.’
Thema’s
‘Bij de start van een nieuw thema in de klas, lees ik voor uit een boek dat daarbij past. Deze maand is dat Noordpool/Zuidpool en dan zoek ik daar een geschikt boek bij. We werken ook met thema’s uit Schatkist, zoals Moederdag en seizoenen. De boeken die daarbij horen, lees ik dan weer voor’, aldus Lyan.