Drie jaar geleden kozen ze op basisschool De Klinkert in Oudenbosch voor rekenmethode Wizwijs. Michel Pruijmboom, leerkracht in groep 7, vertelt: ‘Deze methode is ijzersterk in het aanleren van getalbegrip. Met Wizwijs leren kinderen hoe ze een som aan moeten pakken en waarom op die manier. Mijn ervaring met andere rekenmethoden is dat rekenen een trucje wordt.’
‘Wizwijs is sterk in getalbegrip’
Directeur Ron Kruis bevestigt: ‘Wizwijs geeft onze leerlingen inzicht in de getallenstructuur en op inzicht kun je voortbouwen. In tegenstelling tot kennis, veroudert inzicht niet. Met Wizwijs investeren we vanaf de laagste groepen in het opbouwen hiervan.’
Vandaag gaat Michels les over afstanden. Hij geeft instructie op het digibord en zijn leerlingen kijken mee in hun werkboek. Bovenaan bord en boek staat een balk met hectometerbordjes en plaatsnamen. Hiermee moeten de kinderen uitrekenen hoeveel kilometer het rijden is van de ene naar de andere plaats. Het ene ritje is een enkele reis, de ander een retourtje en het aantal tussenstops varieert. Wat opvalt, is dat ze de getallen heel anders optellen dan het overgrote deel van de volwassenen het geleerd heeft. Ze starten namelijk vooraan, dus bijvoorbeeld met het optellen van de honderdtallen, gaan dan door naar de tientallen, de eenheden en de tienden. Hoewel het voor de meeste leerkrachten flink omschakelen betekent, is Michel er erg over te spreken. ‘Een pluspunt van Wizwijs is dat kinderen op een andere manier leren rekenen. Ze leren beter naar getallen kijken. Ik heb zelf, en de meeste ouders met mij, op een andere manier leren rekenen. Een nadeel is dus dat ouders hun kinderen niet of nauwelijks kunnen helpen, omdat de strategie zo anders is. Maar dit daagt kinderen wel uit om thuis te laten zien wat ze geleerd hebben.’
Het digibord als handleiding
Michel start de lessen Wizwijs altijd op het digibord. ‘De Leerkrachtassistent op het digibord biedt een prettige structuur. Met het digibord maak ik mijn les betekenisvoller. Het functioneert als handleiding. Ik start klassikaal met een doe-opdracht en daarna kan ik alle bladen uit zowel het werk- als het oefenboek op het digibord laten zien.’ Op De Klinkert werken ze met weektaken. De rekenmethode past hier prima in. ‘Kinderen zien in een oogopslag wat ze die week in Wizwijs gaan maken. Het oefenboek van Wizwijs is perfect in te zetten als zelfstandig werk moment. Soms hebben kinderen echt wel wat hulp nodig, maar omdat ze in het werkboek de basis al gehad hebben, kunnen ze prima uit de voeten met het oefenboek.’ Vooral de Leerkrachtassistent op het digibord spreekt de leerkrachten op deze basisschool erg aan.
Snel stijgende toetsresultaten
Ron en zijn team keken bij de keuze van een nieuwe rekenmethode vanuit de invalshoeken: kind en school. Ron: ‘De methode moet de kinderen onder andere structuur bieden, een goede didactische opbouw hebben met veel interactie. En het mag geen talige methode zijn.’ De belangrijkste eisen bezien vanuit de leerkracht waren: structuur, geschikt voor goede en minder goede rekenaars, werken aan inzicht, aansluiting met CITO, goede ondersteuning door middel van de Leerkrachtassistent en voorzien van uitleg voor ouders. ‘Daarnaast was van belang dat we met een bijna volledig nieuw team op dezelfde manier wilden gaan werken’, vertelt hij. Nadat de school drie jaar geleden het predikaat zwak kreeg, werd Ron aangesteld om met een flink aantal nieuwe leerkrachten de school weer op niveau te brengen. Al snel nadat ze gestart waren met Wizwijs gingen de toetsresultaten omhoog. ‘We hebben nu een doorgaande leerlijn en dat heeft ertoe geleid dat we de opbrengsten direct konden verhogen. Een ander voordeel van Wizwijs is dat de methode qua indeling voor loopt op wat het CITO vraagt. Hierdoor hebben kinderen langer de tijd zich de leerstof eigen te maken.’
Wat heeft een kind nodig?
Ron gaat verder: ‘Wij redeneren als volgt: welke schoolse en functionele gecijferdheid hebben kinderen nodig op school, straks op de middelbare school en later als ze gaan werken? Met Wizwijs leren kinderen spelenderwijs samenwerken, ze leren verwoorden wat en waarom ze iets doen.’ ‘Ook sluit de methode goed aan bij de belevingswereld van kinderen, omdat de opdrachten gaan over situaties die zij in het dagelijks leven kunnen tegenkomen’, vult Michel aan. ‘Zoals een buschauffeur en het aantal kilometers dat hij rijdt of iemand die een patatzaak heeft. Het mooie aan Wizwijs is dat de kinderen een verhaaltje, plaatje of tekening voor zich zien waarin een som verborgen zit. Kinderen leren dus omgaan met redactiesommen.’
‘De methode sluit goed aan bij de belevingswereld van kinderen, omdat de opdrachten gaan over situaties die zij in het dagelijks leven kunnen tegenkomen.’
Toch is Wizwijs geen talige methode. ‘Er wordt functioneel gebruik gemaakt van illustraties en kleur bijvoorbeeld.’ Ron benadrukt dat het taalgebruik in de teksten voor alle kinderen goed te begrijpen is. ‘De les start met een doe-opdracht die het rekenprobleem aanschouwelijk maakt en vervolgens worden de opdrachten steeds abstracter doordat de taal wegvalt. Daar komt nog bij dat de methode er vrolijk uitziet en kinderen enthousiast maakt om te gaan rekenen.’
‘Geen kopieerbladen en schriften’
Wizwijs staat bekend als een methode met veel materialen, is dat terecht? Michel: ‘Wizwijs is inderdaad een methode met vrij veel materialen, maar dat heeft een groot voordeel. Ieder blok krijgen mijn leerlingen een nieuw werkboek en oefenboek en sommige kinderen krijgen ook een oefenboek plus. We hebben dus geen kopieerbladen of schriften nodig. Ik start iedere les met het werkboek, daarna gaan de kinderen zelfstandig aan de slag in het oefenboek. Daarnaast maken we gebruiken van oefensoftware op tablets. Op de tablet melden de kinderen zichzelf aan en krijgen direct oefeningen op hun eigen niveau. Ook heb ik de mogelijkheid huiswerk mee te geven.’
Toetssite helpt bij differentiëren
Wizwijs biedt volgens Michel voldoende handvatten om te differentiëren. ‘Wij werken met verschillende aanpakken. Aanpak 1 is voor de wat zwakkere leerlingen die rekenen lastig vinden, de middengroep is aanpak 2. Dit zijn de kinderen die na de klassikale instructie meteen aan de slag kunnen en aanpak 3 zijn de kinderen die na een korte instructie zelf aan de slag kunnen. Zo krijg je dus al snel in de les een differentiatie. Mijn ervaring is dat iedere dag hetzelfde gaat, kinderen wisselen niet van aanpak. Ik start klassikaal met het werkboek, laat aanpak 3 zelfstandig aan het werk gaan en blijf uiteindelijk met aanpak 1 over.’ Ook de Toetssite helpt bij het differentiëren. ‘Voor ons als leerkrachten is de Toetssite ideaal om de resultaten van leerlingen in te voeren. Vervolgens geeft de Toetssite geeft inzicht in hoe een kind presteert en op welke onderwerpen het extra oefening nodig heeft.’