Waarom zouden kinderdagverblijven hun buitenruimten bewust moeten inrichten?
Ank: “Kinderen kunnen zich buiten op andere manieren ontwikkelen dan binnen, maar de buitenruimte moet daartoe wel geschikt zijn. Een voorbeeld: veel speelplaatsjes zijn nu alleen ingericht op de grove motoriek, er is geen ruimte gemaakt voor speelattributen die juist de fijne motoriek stimuleren.”
Uit onderzoek is bekend dat jongens graag groepjes opzoeken in de open ruimte, terwijl meisjes juist eerder behoefte hebben aan een beschutte plek. Meisjes houden van springen, duikelen, podium en theater. Jongens van klimmen, klauteren, glijden en sjouwen. Door de ruimte op een goede manier in te delen, kunnen kinderdagverblijven bijvoorbeeld verschillende hoekjes creëren.
Naast de verschillen tussen jongens en meisjes hebben kindercentra ook te maken met verschillende leeftijdsgroepen. Ank: “Naarmate kinderen ouder worden, zijn ze minder zintuiglijk maar creatiever bezig. Baby’s knisperen bijvoorbeeld met een boomblaadje, peuters rijgen er een ketting van. Vertaald in speeltoestellen betekent dit dat oudere kinderen graag met hetzelfde spelen als kleine kinderen, maar dan in een groter, ruwer en stoerder jasje. Al met al loont het dus om goed na te denken over hoe je de buitenruimten inricht.”