Ondanks het feit dat er al enkele geweldige voorbeelden zijn, blijkt bij veel kindercentra nog veel verbetering van de buitenruimten mogelijk. Volgens Ank Duteweert is bewustzijn de eerste stap. “Veel pedagogisch medewerkers weten nog niet wat ze buiten allemaal kunnen doen met de kinderen en waar het goed voor is. Bijvoorbeeld dat schommelen bijdraagt aan de ontwikkeling van taal.”
Een buitenspeelplaats is méér dan een bankje op het zuiden
Ank Duteweert is sales manager bij Kompan, inrichters van buitenspeelplekken bij kinderopvang en scholen. Ank mocht Uk & Puk binnenstebuiten keren over buiten spelen.
Waarom is buiten spelen zo belangrijk voor kinderen?
Kinderen kunnen buiten makkelijker hun energie en decibellen kwijt. Maar buiten spelen is om meer redenen belangrijk voor kinderen. Ank: “Kinderen kunnen buiten niet alleen lekker vrij spelen en bewegen, maar zich ook op meerdere vlakken goed ontwikkelen: sociaal-emotioneel, talig, motorisch. Bovendien is buitenlucht gezond en veranderlijk. Buiten spelen draagt bij aan de natuurbeleving van kinderen: de verschillende seizoenen, licht, wind, zon, regen, sneeuw. Pedagogisch medewerkers kunnen daar heel goed creatief gebruik van maken. Bijvoorbeeld door sneeuw mee te nemen naar binnen en te laten zien wat er dan gebeurt.”
Waarom zouden kinderdagverblijven hun buitenruimten bewust moeten inrichten?
Ank: “Kinderen kunnen zich buiten op andere manieren ontwikkelen dan binnen, maar de buitenruimte moet daartoe wel geschikt zijn. Een voorbeeld: veel speelplaatsjes zijn nu alleen ingericht op de grove motoriek, er is geen ruimte gemaakt voor speelattributen die juist de fijne motoriek stimuleren.”
Uit onderzoek is bekend dat jongens graag groepjes opzoeken in de open ruimte, terwijl meisjes juist eerder behoefte hebben aan een beschutte plek. Meisjes houden van springen, duikelen, podium en theater. Jongens van klimmen, klauteren, glijden en sjouwen. Door de ruimte op een goede manier in te delen, kunnen kinderdagverblijven bijvoorbeeld verschillende hoekjes creëren.
Naast de verschillen tussen jongens en meisjes hebben kindercentra ook te maken met verschillende leeftijdsgroepen. Ank: “Naarmate kinderen ouder worden, zijn ze minder zintuiglijk maar creatiever bezig. Baby’s knisperen bijvoorbeeld met een boomblaadje, peuters rijgen er een ketting van. Vertaald in speeltoestellen betekent dit dat oudere kinderen graag met hetzelfde spelen als kleine kinderen, maar dan in een groter, ruwer en stoerder jasje. Al met al loont het dus om goed na te denken over hoe je de buitenruimten inricht.”
Welke activiteiten kun je als pedagogisch medewerker zoal buiten doen?
Ank: “Je kunt heel veel doen! Een buitenruimte is heel uitdagend en levert veel mogelijkheden op voor spelletjes. Zowel ongestructureerd, vrij spel als gestructureerd, begeleid spel. De beschreven activiteiten in Uk & Puk zijn heel wereldoriënterend en sluiten goed aan bij het buiten spelen. Een voorbeeld van een begeleide buitenactiviteit: samen paaltjes tellen of stenen met een bepaald kleurtje. Of een gesprekje tijdens het klimmen op het klimrek over de begrippen hoog en laag, heel belangrijk voor de taalontwikkeling. Maar ook binnenactiviteiten kunnen prima buiten: neem eens een boek mee om uit voor te lezen!”
Hoe richt je een buitenruimte goed in?
Volgens Ank begint het met de vraag: wat doen kinderen buiten? Ank: “Vervolgens kunnen we de ruimte daarop inrichten. Een buitenruimte hoeft niet altijd helemaal anders. Met welke dingen ben je blij? Die houden we in stand. De knelpunten lossen we op.” Kompan kijkt daarbij ook naar de lay-out van een buitenspeelplaats. Ank: “Is er plaats voor grote open ruimten, maar ook voor beschutting bijvoorbeeld? We kijken verder ook naar looplijnen, naar hoe de wind staat en waar het noorden en zuiden liggen. De speeltoestellen zijn ook belangrijk, maar zijn een hulpmiddel. De focus ligt op de inrichting.”
Wat zou je het liefst doen als je zelf nog kind zou zijn?
Ank: “Ik zou het liefst teruggaan naar de rollenspelfase. Kompan heeft een geweldig sprookjeskasteel. Ik zou me heerlijk voelen in zo’n klein huisje, lekker taartjes bakken!”