Met Schatkist creëer je een rijke, interactieve context waarin de kleuters taal functioneel en betekenisvol toepassen. Via speelse opdrachten ontdekken ze wat woorden, zinnen, letters en klanken zijn en staan ze stil bij taal en taalfuncties. In groep 3 passen de kinderen deze vaardigheden toe bij het lezen en spellen. De activiteiten sluiten zowel in aanpak als in materialen aan bij Veilig leren lezen.
Alzijdig verkennen en zoemend lezen
De kleuters krijgen in Schatkist bijvoorbeeld letters aangeboden die ze alzijdig verkennen. Ze luisteren naar de klank, voelen wat er gebeurt als je die uitspreekt en bekijken de vorm van de letter op een letterkaart. De kleuters leren bovendien woorden te ‘zoemen’: dat is het uitspreken van woorden met verlengde klankwaarde.
In groep 3 profiteren de kinderen van deze aanpak. Ook daar verkennen ze nieuwe letters alzijdig en helpt het zoemend lezen hen om vlot te gaan lezen.
Ankerverhaal
Een ander voorbeeld: zowel in Schatkist als in Veilig leren lezen vormt het ankerverhaal het startpunt voor mondelinge communicatie en woordenschat. In de preteaching verkennen de kinderen de context van het verhaal en belangrijke woorden om het verhaal te begrijpen. Na het voorlezen wordt gesproken over het verhaal en de eigen ervaringen van de kinderen.
Herkenbaarheid in materialen
Ook in de materialen is de doorgaande lijn duidelijk zichtbaar. Zo werkt Schatkist met het bijenhotel, een poster met klanken en letters, en gebruikt Veilig leren lezen een letterbord met dezelfde indeling. De Leerkrachtassistent (digibordsoftware) biedt bij beide methoden op eenzelfde manier ondersteuning.
In het laatste anker van Schatkist laat Zoem, het vriendje van de kleuters, de kinderen alvast kennismaken met de belangrijkste personages uit Veilig leren lezen. Zo voelen ze zich gegarandeerd snel thuis in groep 3!