Introductie
Pompom gaat boodschappen doen. Hij heeft van oma een heel grote, volle boodschappentas meegenomen. Vraag aan de kinderen of de tas niet te zwaar is voor Pompom. Laat de kinderen de tas voelen en concludeer dat de tas groot en vol is, maar niet zwaar. Hoe kan dat? Door de kinderen de plastic tassen te laten ontdekken, kun je laten zien dat een volle, grote tas niet altijd zwaar hoeft te zijn.
Kern
Laat de kinderen in tweetallen samenwerken. Geef elk kind een lege plastic tas. Verdeel de klas in tweetallen en geef het ene kind iets zwaars en het andere kind iets lichts. Beide kinderen stoppen het voorwerp in hun plastic zak. Ze vergelijken het gewicht van elkaars tassen. Laat de kinderen met gestrekte armen het gewicht van de tassen vergelijken door in elke hand een tas te nemen. Daarna zoeken ze een ander tweetal op en vergelijken ze het gewicht van hun tassen. Laat ze vaststellen welke tas zwaar(der) is en welke licht(er). Welke is zwaar? Welke is lichter?
De kinderen gaan weer in de kring zitten. Laat ze de zware tassen bij elkaar zetten en de lichte tassen bij elkaar. Bekijk de inhoud van enkele tassen. In sommige tassen zit iets kleins, maar de tas staat bij de zware tassen. Klopt dat wel?
Introduceer nu de kleerhanger. Weten de kinderen wat het is? Kunnen we deze kleerhanger gebruiken om te wegen? Doe zelf voor hoe je het gewicht van de tassen met elkaar kunt vergelijken. Hang een zware tas aan het uiteinde en een lichte tas aan het andere. Houd de kleerhanger in het midden aan de haak vast. Wat gebeurt er?
Afsluiting
Stop de tasjes met zware spullen bij elkaar in de boodschappentas. Kun je de tas nu nog tillen?