In eerste instantie heb ik me gericht op de bewoners van het huis. Een voor een kwamen foto’s van de bewoners tevoorschijn: papa/vader, mama/moeder, opa, oma, jongen/broer en meisje/zus. Zo kwam vanzelf een groot aantal belangrijke begrippen aan bod en werk je met deze activiteit meteen hard aan de woordenschatontwikkeling.
Na de foto’s kwamen de poppetjes er zelf bij en legden we ze bij het juiste kaartje. Bespreek tot slot dat ze samen een ‘familie’ zijn.
Na afloop van de activiteit heeft het poppenhuis een mooie plaats gekregen in ons lokaal zodat de kinderen er zelf mee aan de slag konden.
Op een ander moment heb ik het huis samen met de kinderen ingericht en kwamen de begrippen ‘badkamer’, ‘woonkamer’, ‘keuken’ en ‘slaapkamer’ aan bod. Dit geeft meteen een goede aanzet voor de peuters om verder te komen in hun spel want een huis inrichten en tot spel komen kan, zeker voor de jongere peuters, best lastig zijn.