Kinderboekenweek 2024: Lesbrief voor groep 3-4 (2)

Het thema van de 70e Kinderboekenweek is ‘Lekker eigenwijs!’. Om jou als leerkracht op weg te helpen, hebben we een aantal lesbrieven gemaakt die aansluiten bij kinderboeken met een eigenwijze twist. Gebruik de bladen in de les tijdens de Kinderboekenweek en breng de verhalen samen met jouw leerlingen tot leven. Hieronder vind je een uitgewerkte lesbrief voor leerlingen in groep 3-4. Het werkblad sluit aan bij het boek kip en kat.

Lesbrief

Introductie: kip en kat

• Laat de omslag van het boek kip en kat zien. Laat kinderen benomen wat zij zien. Gebruik hiervoor eventueel naamstokjes. Laat de tekst voorlezen en benoem de spreekwolkjes. Wijs op de naam van de schrijver.
• Laat de illustratie van de achterzijde van het boek zien (digibord). Laat een kind de tekst voorlezen. Laat ook hier de kinderen reageren op wat hier getekend is.
• Vertel dat dit boek gaat over kip en kat die elkaar willen zijn: kat wil een kip zijn, kip wil een kat zijn. In het boek lees je of dat lukt. In deze les gaan we zelf zo’n verhaal tekenen en schrijven. Een verhaal over twee dieren die liever de ander willen zijn.

2. Brainstormen over jouw dieren

• Geef ieder kind een tekenvel. Hierop gaan zij, samen met hun maatje, bedenken over welke twee dieren hun verhaal zou gaan. Schrijf of teken eerst een aantal dieren. Bedenk wat deze dieren normaal doen: welk geluid maken zij, wat eten zij, hoe bewegen ze, waar wonen ze… Schrijf of teken dat erbij.
• Daarna kies je twee dieren die echt verschillend zijn. Zet om deze dieren en hun eigenschappen een kring.

3. We schrijven het verhaal

• Kinderen krijgen een nieuw tekenvel. Dit vouwen zij in de breedte in tweeën, zodat er een boekje van 4 pagina’s ontstaat.
• Maak de voorkant van je boek: teken je twee dieren en zet hun naam erbij. Zet ook jouw naam op de voorkant. Jij bent de schrijver.
• Laat daarna de eerste pagina tekenen. Hier stellen de twee dieren zich voor: Teken de dieren en zet er in spreekwolkjes boven hoe zij zich voorstellen. Bijvoorbeeld ‘ik ben mier’ en ‘ik ben mus’. Of ‘ik ben vis’ en ‘ik ben poes’.
• Op pagina 2, 3 en 4 bedenken zij hoe het verder gaat. Komt er een ander dier die zegt dat ze niet zo gek moeten doen? Gaan de dieren spelen in hun nieuwe rol? (de poes gaat in het water liggen, de vis ligt in een mandje). Je hoeft niet te bedenken of het in het echt wel of niet kan: in boeken kan alles! Teken wat er gebeurt en schrijf er in spreekwolkjes bij wat de dieren zeggen.

4. Onze verhalen

• Hang de omslagen van de ‘boekjes’ van de kinderen op. Bekijk ze en laat kinderen eventueel vertellen welke dieren zij gekozen hebben.
• Trek via de naamstokjes een naam en lees het boekje van deze leerling voor. Lees zo gedurende de week alle boekjes voor.

5. Hoe ging het verder?

• Lees ter afsluiting van deze les het boek kip en kat voor.
• Laat kinderen reageren op het verhaal. Vonden ze het leuk? Heeft de schrijver leuke dingen bedacht? Leg eventueel de link naar mensen die liever iemand anders zouden willen zijn. Een vrouw die een mannenberoep wil of andersom, een man die liever vrouwenkleding aan wil of andersom.
• Leg het boek in de klas, zodat kinderen die nieuwsgierig zijn geworden naar dit verhaal, het zelf kunnen gaan lezen.

Meer lesbrieven?

Bekijk hier de andere lesbrieven:

• Lesbrief voor groep 3/4 – Wij gaan weg!
• Lesbrief voor groep 5/6 – Tien dingen die je beter niet kunt doen
• Lesbrief voor groep 7/8 – De geheimzinnige verdwijning van onze juf