‘Ik zet voorlezen in, zodat kinderen kunnen proeven van een boek. Ik lees bijvoorbeeld veel voor uit mijn boek Het raadsel van Villa de Gaper in de hogere klassen. Ik vertel eerst waar het verhaal over gaat, tot een spannend punt, zodat de leerlingen de sfeer van de tekst te pakken krijgen. Zo weten ze wat voor soort boek het is. Ik vertel ook iets over de verschillende perspectieven die in het boek voorkomen. Dan lees ik een stukje voor en zo sleur ik ze het verhaal in’, vertelt Anneke Scholtens, kinderboekenschrijfster bij onder meer Zwijsen.
‘Ook mijn boek Lezen verboden! leest altijd lekker voor. Het begin van het boek is al grappig, dus je komt er meteen goed in. Ik gebruik voorlezen bijna altijd om kinderen te interesseren om zélf te gaan lezen’, aldus Anneke. ‘Bij lagere klassen geef ik heel kort en bondig uitleg over een boek en dan begin ik al sneller met voorlezen. Bij Fritzi & Co bijvoorbeeld, vertel ik maar heel kort. Daar ligt het spannende punt al meer in het begin van het verhaal.’