Het belang van tekstlezen en de relatie met tempolezen
Zoals hierboven reeds vermeld, staat het woordlezen altijd en tegelijkertijd ten dienste van het lezen van zinnen en teksten. Dit wordt dus ook meteen geïntegreerd in de methodes van Veilig leren lezen en Estafette. Doel is om een tekst correct, vlot én vloeiend (met de juiste intonatie) te kunnen lezen, met begrip. Daarbij zijn rijke teksten, diverse tekstsoorten en keuzerijkheid in het kader van aansluiting bij de leefwereld van het kind van groot belang.
Hierdoor opent zich een wereld voor het kind, waarin het zijn kennis kan verbreden of herkenning vindt en daarmee plezier beleeft aan het lezen.
Zowel Veilig leren lezen als Estafette besteden hier veel aandacht aan, evenals aan het lezen met een juiste intonatie.
De relatie tussen intonatie en het lezen met begrip is een interactieve: enerzijds is begrip van de tekst nodig om met intonatie te kunnen lezen, anderzijds werkt intonatie ook bevorderend voor het begrip (Veenendaal, 2016). Volgens Rasinski (2004) zijn er drie dimensies van vloeiend lezen:
- accuracy in word decoding (in staat zijn woorden correct te decoderen);
- automatic processing (geautomatiseerde woordherkenning: het decoderen mag slechts minimale cognitieve capaciteit vergen, om tot begrip te komen);
- prosodic reading (een goede intonatie vereist dat de lezer de tekst kan verdelen in de juiste syntactische en semantische eenheden. Als lezers een tekst correct en vlot lezen zonder expressie en de juiste pauzeringen, dan is de kans groot dat ze de tekst niet geheel begrepen hebben).
Een belangrijk aandachtspunt is dus dat bij het lezen van een tekst de aandacht niet alleen gericht moet zijn op het correct en vlot lezen, maar zeker ook op het vloeiend lezen: met een juiste intonatie en de juiste pauzeringen (Van de Mortel, 2012). Het moet geen ‘afraffelen’ worden. Dat betekent dat het leestempo daarop gedoseerd moet worden, ook ter bevordering van het leesbegrip. Het zou zeer gewenst zijn als ook landelijke toetsen voor het tekstlezen dit aspect in de toekomst meenemen in de beoordeling (zie ook Van de Mortel, 2012).