Tips spelend leren in groep 3 – kern 3

Spel is de meest natuurlijke manier van leren. Door plezier te maken ontwikkelen kinderen allerlei belangrijke vaardigheden zoals de grove en fijne motoriek, creatief denkvermogen en ruimtelijk inzicht. In de serie ‘Tips voor spelend leren in groep 3’ verzamelde Zwijsen daarom diverse opdrachten die leerkrachten in hun keuzewerk op kunnen nemen. Leuk, efficiënt en direct toepasbaar!

In dit artikel beschrijven we twee keuzeopdrachten voor kern 3. Onderaan het artikel vind je bovendien een link naar de pdf waarin alle opdrachten worden beschreven.

Spelend leren in kern 3

Wie maakt de meeste zinnen?

Bij deze samenwerkingsopdracht lezen de kinderen intensief en koppelen ze direct betekenis aan de woorden die ze lezen. Er liggen drie stapeltjes zinsdelen omgekeerd op tafel. Om de beurt wordt van elke stapel het bovenste kaartje omgedraaid. De zo ontstane zin wordt gelezen en beoordeeld; is het een goede zin? Klopt de betekenis of staat er onzin?

Als de zin met ‘goed’ beoordeeld wordt, mag het kind dat aan de beurt was de zin hebben en is het nogmaals aan de beurt. Als de zin onjuist is qua betekenis worden de kaartjes tussen de andere kaartjes in de stapeltjes geschoven. Belangrijk is dat de kaartjes met het cijfer 1 erop weer terug gestopt worden in de stapel met kaartjes met het cijfer 1. Als variant kan het spel ook open worden gespeeld: alle kaartjes met cijfer 1 worden met de tekstzijde boven onder elkaar gelegd. De kaartjes met cijfer 2 en 3 worden ernaast gelegd. Om de beurt mag een kind een zin samenstellen.

Voorbereiding

  • Print kopieerblad 6 op stevig papier
  • Print kopieerblad 7 en 8 dubbelzijdig. Let op dat de juiste nummers op de achterkant van de kaartjes geprint worden
  • Knip de zinsdelen uit en berg ze in een doosje op
  • Maak een foto van dit werkje voor het planbord
  • Print deze foto ook op de helft van een A4tje, zodanig dat kinderen er hun naam onder kunnen schrijven

Instructie variant 1

Speelveld met drie stapeltjes kaarten

  • Leg de opdracht aan twee kinderen uit.
  • Laat zien hoe de kaartjes gesorteerd moeten worden: alle kaartjes met een 1 op elkaar leggen met het cijfer 1 naar boven. Dit stapeltje op vakje één van kopieerblad 7 laten leggen. Doe dit ook met de kaartjes met cijfer 2 en 3.
  • Het kleinste kind mag beginnen en draait van elk stapeltje het bovenste kaartje om. De zin die ontstaan is wordt hardop voorgelezen.
  • Is de zin juist? Klopt de betekenis? Als dit het geval is mag het kind de zin hebben. Is de zin onjuist dan worden de kaartjes tussen de kaartjes van de goede stapel geschoven.
  • Nadat de kinderen het spel gespeeld hebben schrijven ze hun naam onder de foto die naast het planbord hangt. Zij kunnen dit spel aan twee andere kinderen uitleggen.

Instructie variant 2

Het spel wordt open gespeeld

  • Leg de opdracht aan twee kinderen uit.
  • Laat zien hoe de kaartjes met cijfer 1 met de tekstzijde boven onder elkaar gelegd worden.
  • Laat de kinderen de kaartjes met cijfer 2 en 3 ernaast leggen.
  • Het grootste kind mag beginnen. ‘Pak een kaartje uit de eerste, de tweede en de derde rij die samen een goede zin vormen.’
  • Wie maakt de meeste zinnen?

Meer tips voor spelend leren?

Download hieronder het volledige artikel omtrent spelend leren in kern 3 of bekijk onze lesideeën bij een van de andere kernen. 

Reacties (0)

Geef een reactie

Jouw email wordt niet gepubliceerd.

0
    Je winkelmand
    Je winkelmand is leeg< Verder winkelen
      Bereken verzendkosten
      Kortingscode toepassen

        Toegevoegd aan winkelmand

        Naar winkelmandje