Tips spelend leren in groep 3 – kern 5
Spel is de meest natuurlijke manier van leren. Door plezier te maken ontwikkelen kinderen allerlei belangrijke vaardigheden zoals de grove en fijne motoriek, creatief denkvermogen en ruimtelijk inzicht. In de serie ‘Tips voor spelend leren in groep 3’ verzamelde Zwijsen daarom diverse opdrachten die leerkrachten in hun keuzewerk op kunnen nemen. Leuk, efficiënt en direct toepasbaar!
In dit artikel beschrijven we twee keuzeopdrachten voor kern 5 van Veilig leren lezen kim-versie. Onderaan het artikel vind je bovendien een link naar de pdf waarin alle opdrachten worden beschreven.
Nieuw: Veilig leren lezen Zoem-versie
Wist jij al dat er een nieuwe versie is van Veilig leren lezen? Veilig leren lezen Zoem-versie is gemaakt door leerkrachten en wetenschappers, met de nieuwste inzichten. Ben je al nieuwsgierig?
Spelend leren in kern 5
Doe-woorden
Vanaf het eerste moment dat kinderen woorden kunnen lezen, is het belangrijk daar betekenis en begrip aan te koppelen. Het spel met doe-woorden draagt daar aan bij. Naast de doe-woorden van kern 5 is er ook een variant gemaakt die past bij de sinterklaas periode: er zitten doe-woorden voor pieten in het doosje.
Voorbereiding
- Print kopieerblad 13 (en/of 14) op stevig papier.
- Knip de kaartjes uit en doe ze met de woordkant naar onder in een doosje.
- Leg bij de doe woorden voor de sinterklaasperiode twee pietenbaretten naast het doosje neer.
Instructie van de doe-woorden van de sinterklaasperiode
- Speel dit pietenspel eerst met de hele groep. Vertel nog niet dat de woorden in het doosje met pieten te maken hebben.
- Deel de kaartjes uit en vertel er bij dat de kinderen het kaartje niet aan andere kinderen mogen laten lezen.
- Om de beurt komen kinderen met een kaartje voor de klas en beelden uit wat er op het kaartje staat.
- De andere kinderen raden wat er uitgebeeld wordt.
- Valt de kinderen iets op? Het zijn allemaal dingen die de pieten doen!
- Leg uit dat dit spel tijdens het keuzewerk gespeeld kan worden en dat twee kinderen hierbij samen spelen. Elk kind mag een pieten baret opzetten. Om de beurt pakken ze een kaartje en beelden uit wat er op staat. Het andere kind raadt. Daarna worden de rollen omgedraaid. Belangrijk is dat de kaartjes met de woordkaart naar onderen in het doosje liggen.
Dobbelspel: maak de zin af
Het dobbelspel heeft ook als doel betekenis en begrip aan de gelezen tekst te koppelen. Het stimuleert tevens het herhaald lezen van woorden of korte zinnen. Dit spel kan in tweetallen, in drietallen of in een groepje van vier worden gespeeld. Op de dobbelsteen staan 5 zinnen die kunnen worden afgemaakt:
ik ben …
bij kerst hoort …
aan een huis zit …
bij sint en piet hoort …
dat dier is …
ik tel tot …
Op het spelbord staan woorden die bij de diverse zinsdelen horen. Om de beurt gooien de kinderen met de dobbelsteen. Het kind dat aan de beurt is leest vanaf het begin de nog niet doorgestreepte woorden en stopt bij een woord op het spelbord dat past bij het zinnetje op de dobbelsteen. De groep bepaalt of het door de speler gekozen woord goed past bij de zin op de dobbelsteen. Pas dan mag de speler de zin doorstrepen. Wie heeft het eerst alle woorden doorgestreept?
Voorbereiding
- Print kopieerblad 15 op stevig papier en maak er een dobbelsteen van.
- Print voor het spelbord kopieerblad 15 voor alle kinderen en knip het doormidden. De helft van de
- spelborden wordt tijdens de klassikale instructie gebruikt. De andere helft wordt tijdens het keuzewerk gebruikt.
- Maak van elke zin op de dobbelsteen een vergroting.
Instructie
- Instrueer het dobbelspel aan de hele groep.
- Hang de vijf zinnetjes op. Deel aan elk kind een spelbord uit.
- Laat de kinderen de woorden ieder voor zich lezen.
- Wijs een zin aan en vraag elk kind een woord van het spelbord te kiezen dat daar bij hoort. Bespreek de gekozen woorden.
- Herhaal dit een aantal keer.
- Leg daarna uit hoe het dobbelspel gespeeld moet worden:
- De eerste speler gooit met de dobbelsteen.
- De speler zoekt een woord dat past bij de categorie van de dobbelsteen.
- De anderen kinderen kijken, luisteren en bepalen of het gekozen woord bij de categorie op de dobbelsteen past.
- Als het woord juist is, mag de speler dat woord op zijn spelbord doorkruisen.
- Wie heeft het eerst alle woorden doorgestreept?
Meer tips voor spelend leren?
Download hieronder het volledige artikel omtrent spelend leren in kern 5 of bekijk onze lesideeën bij een van de andere kernen.