Tips spelend leren in groep 3 – kern 1

Spel is de meest natuurlijke manier van leren. Door plezier te maken ontwikkelen kinderen allerlei belangrijke vaardigheden zoals de grove en fijne motoriek, creatief denkvermogen en ruimtelijk inzicht. In de serie ‘Tips voor spelend leren in groep 3’ verzamelde Zwijsen daarom diverse opdrachten die leerkrachten in hun keuzewerk op kunnen nemen. Leuk, efficiënt en direct toepasbaar!

In dit artikel beschrijven we twee keuzeopdrachten voor kern 1. Onderaan het artikel vind je bovendien een link naar de pdf waarin alle opdrachten worden beschreven.

Spelend leren in kern 1

Lees en knutsel

Doel van deze opdracht is kennis vergaren over dieren die uit een ei komen. In het ankerverhaal van kern 1 komen allerlei dieren voor die uit een ei geboren worden. Tijdens de integratielessen wordt hier dieper op in gegaan. Bij deze opdracht bekijken kinderen informatieve boeken over dieren die uit een ei komen en kiezen ze het babydier dat ze graag uit hun knutsel ei willen laten komen. Daarna maken de kinderen een ei waar net een jong dier uit kruipt (een krokodil, slang, kikker, kuiken,…).
Voor dit ei knippen kinderen kopieerblad 5 uit. De twee helften van het ei worden met een splitpen aan elkaar gemaakt. Het ei kan nu open en dicht. De kinderen knutselen het babydier en plakken dit aan de achterkant van de onderste helft van het ei zodanig dat het babydier er ruim boven uitsteekt.

Voorbereiding

• Leg informatieve boeken klaar op een groepstafel of werkschap
• Print kopieerblad 5 op stevig papier voor alle kinderen
• Kopieer de doekaart (kopieerblad 6) en leg deze naast de materialen
• Maak een foto voor het planbord
• Zorg ook voor woordstroken waarop de naam van het dier geschreven of gestempeld kan worden
• Laat boven de werkschap ruimte vrij om de resultaten op te hangen

Klassikale instructie bij dit keuzewerk

• Lees samen of apart boeken over dieren die uit een ei komen
• Zoek een dier uit waarvan je graag het ei wilt maken
• Kijk op de doekaart hoe dat moet
• Knutsel het ei en maak het dier erin
• Stempel of schrijf de naam van het dier op een strook (kijk goed in het boek)
• Vertel aan de andere kinderen over je dier aan het eind van de les

Raad mijn dier

Bij deze opdracht stellen de kinderen vragen over drie kenmerken van een dier om achter de naam van het dier te komen dat in het doosje zit.

Nodig

• Een doosje
• Plastic dieren in een mandje: insecten, vissen, zoogdieren, amfibieën etc.
• Een print van kopieerblad 10
• Maak een foto voor het planbord.

Instructie

• Oefen de namen van de dieren die in het mandje zitten. Deel de dieren uit het mandje uit.
• Noem een dier en laat het kind dat dit dier heeft voor de klas komen. Noem weer een dier. Zo ontstaat een rij kinderen met dieren.
• Laat een kind dat niet in de rij staat een dier noemen dat het graag wil hebben. Dit kind haalt het dier op. Het kind dat dit dier had gaat zitten.
• Hierna worden alle dieren opgehaald en weer in het mandje gedaan.
• Stop, zonder dat de kinderen dit zien, een dier in het doosje. Leg uit dat de kinderen het dier dat in het doosje zit moeten raden.
• Eén kind komt voor de klas en mag in het doosje kijken. De andere kinderen moeten de vragen stellen die op kopieerblad 10 staan.

• Laat kopieerblad 10 zien. Leg uit hoe de vragen gesteld moeten worden: op het kopieerblad zijn 3 vragen uitgebeeld. De eerste vraag betreft de huid van het dier (picto arm). Heeft het dier veren, haren of schubben? De tweede vraag is een vraag naar het aantal poten van het dier (picto poten giraf). Heeft het dier 0, 2, 4, 6 of 8 poten? De derde vraag gaat over het woongebied van het dier (picto huis). Woont het in een wei, in het bos, in het water, in het oerwoud of aan de pool?
• De klas stelt vragen en het kind dat uitgekozen is beantwoordt ze. Raadt de klas welk dier het is?
• Herhaal het raden met een ander dier.

• Laat daarna de opdracht ‘Raad mijn dier’ door twee kinderen voor de klas voordoen: Eén kind doet zijn handen voor zijn ogen, het andere kind kiest een dier en stopt het in het doosje. Het kind dat mag raden neemt kopieerblad 10 en stelt vragen tot het dier geraden is. Daarna worden de rollen omgedraaid.  

Meer tips voor spelend leren?

Download hieronder het volledige artikel omtrent spelend leren in kern 1 of bekijk onze lesideeën bij een van de andere kernen.