Ze stijgen soms wel twee AVI-niveaus

Carla Vanderhaeghe staat een jaar of tien voor de klas in het eerste leerjaar van vrije basisschool De Lisblomme in Lissewege (België). Ze heeft veel kinderen het lezen bijgebracht met de 2e maanversie van Veilig leren lezen. Sinds schooljaar 2014-2015 werkt Carla met Veilig leren lezen kim-versie. Het was even wennen aan de nieuwe didactiek, maar ze is met een andere dynamiek gaan lesgeven.

En de kinderen? ‘Die zie ik een enorme sprong maken in het vlot lezen. Ze stijgen soms wel twee AVI-niveaus.’

Wat vind je van Veilig leren lezen kim-versie?

Carla: “Ten opzichte van de 2e maanversie heeft de kim-versie zeker meerwaarde. De methode kent een rijk en gevarieerd aanbod van materialen om tot lezen te komen. De kinderen krijgen lezen en spelling op zoveel verschillende manieren en oefenvormen aangeboden; van een klikklakboekje tot een leesboekje en van een spellingboekje tot Veilig & vlot. Die laatste boekjes vonden de leerlingen bij de vorige versie te eentonig worden. Nu telt het Veilig & vlot-boekje wel zes pagina’s per letter. De wereld van differentiatie is opengezet met deze methode.

Ook de opbouw van de letters vind ik zeer goed. Door telkens één nieuwe letter aan te bieden overlaad je de leerlingen niet met letters. Ze gaan met die ene letter werken én met letters die ze al kennen.

Ik merk dat leerlingen nu veel eerder zeggen: ‘Ik heb een zin gelezen!’ Dat positieve gevoel nemen ze mee naar huis.

Een aanwinst in deze methode vind ik de kern Start. Het boekje dat bij kern Start hoort, nodigt de leerlingen echt uit! Ze maken eigenlijk al meteen kennis met alle onderdelen van de methode. Niet alleen auditieve analyse, maar ook met korte tekstjes. Er zitten ook leuke stickers in het boekje. De kern Start geeft je de tijd om kinderen in twee weken te kunnen observeren en te kijken wat er al in deze leerlingen zit.

Verder spreken de ankerverhalen over Kim en haar opa op het Puddingboomplein de kinderen heel erg aan. Ik heb zelf ook een ‘voorleespet’ gekocht die ik bij het voorlezen van de ankerverhalen opzet.

Ik vind het goed dat de verhalen ook weer aan bod komen in de integratielessen. Op die manier krijgen de leerlingen het verhaal écht mee en werken ze aan hun woordenschat. Wie zijn de hoofdpersonages in het verhaal? Waar hebben ze allemaal de letter ‘i’ ontdekt met de geit van opa? Je bouwt het verhaal weer op in die integratielessen. Ik zie het als een belangrijk onderdeel van de methode.”

De nieuwe didactiek was wel even wennen?

“Het zoemend lezen was inderdaad wel lastig in het begin. Maar ik merk wel dat het lezen aanmerkelijk vlotter gaat als je dit bij de leerlingen toepast. Ik combineer het nu ook nog wel met hakken en plakken, zoals ik dat gewend was van de 2e maanversie. Uiteindelijk zal het toch echt zoemend lezen worden. Alleen bij het spellen gaan de leerlingen nog hakken.

Bij het aanbieden van de letters is een leuke rol weggelegd voor Zoem de bij. Ik hang ook de wandplaten op en het letterbord is super. De nieuwe letter die je op dat moment aanbiedt, hangt in de zeppelin op het bord. De letters die de kinderen al kennen, hangen op hun plek binnen de letterfamilie. Die indeling in letterfamilies vind ik ook heel goed. De leerlingen krijgen het overal op dezelfde, eenduidige manier aangeboden. Ze worden continu herinnerd aan die opbouw. Dus dat levert veel herkenning op voor de kinderen. Het letterbord zit ook in de leerkrachtsoftware en je kunt het dus groot vertonen op het digibord.”

Hoe beoordeel je de differentiatievormen?

“Ik laat de kinderen veel samenlezen op verschillende niveaus. De methode biedt daarvoor veel mogelijkheden, zowel voor sterke als zwakkere leerlingen. Dat vind ik óók een meerwaarde van de kim-versie, dat er tijd voor samenlezen is ingeruimd in de lessen. Maar er is bijvoorbeeld ook de extra ster-tijd in het programma. Al is het maar vijf minuten, je kunt binnen het programma extra aandacht besteden aan de kinderen die moeite hebben met lezen.

Voor zon ligt de lat duidelijk hoger. Ik heb op dit moment nog geen leerling die daarvoor in aanmerking komt. Op basis van de lettertoets en de woordtoets kwamen er geen kinderen naar voren die ik de zon-aanpak kan aanbieden. Voor zon geldt naast het kunnen lezen van de letters ook een juiste werkhouding, dat is belangrijk. Vooralsnog werken we dus alleen met maan en ster. Op basis van de lettertoets die ik in de eerste week van september afnam, heb ik de kinderen hun klikklakboekjes laten samenstellen. Zes kinderen kenden geen letters, maar ik heb ook kinderen die 12 of 15 letters kennen. Dat loopt dus nogal uiteen in het begin. Ze krijgen de letter ‘s’ aangeboden en de ene leerling kan daar niks mee en een ander kent de letter ‘v’ al en die maakt er het woord ‘vis’ mee. ‘Ik heb een woordje gemaakt!’, is dan de reactie.”

Hoe bevalt de software bij de methode?

“Ik maak veel gebruik van de leerkrachtsoftware [voorheen: Digiregie, red.]. Daarin heb ik alle letterkennis per leerling ingevoerd. Het vergt de nodige observatie per kind, maar ik heb er ook veel steun aan. Omdat je precies weet op welk niveau elke leerling zich bevindt. Wat beheerst een kind al wel en wat niet? Aan wie moet ik extra uitleg geven en wie kan al wat meer aan?

Er zitten extra werkbladen in en ook de ouderbrief haal ik uit de leerkrachtsoftware. Die kan ik elke kern meegeven aan ouders, zodat zij weten wat de kinderen in de betreffende weken leren op school. De website over leren lezen ondersteunt dit ook.

Ook in de leerkrachtsoftware [voorheen: Leerkrachtassistent, red.]: letterfilmpjes en letters flitsen. Dat is echt een uitkomst. Bij de letters flitsen kun je het tempo makkelijk aanpassen aan het niveau van de klas. Ik maak vaak groepjes van kinderen die de letters moeten opzeggen. Soms laat ik ook twee kinderen die gelijkwaardig aan elkaar zijn samen letters flitsen. Dat geeft ze op een positieve manier een competitief gevoel. Daarnaast geeft de leerkrachtsoftware mij veel houvast bij het geven van een les.

We werken nog niet met de leerlingsoftware, maar ik verwacht daar de leerlingen nóg meer variatie mee te kunnen aanbieden. Ik moet alleen nog kijken waar dit past in de tijd. Op het moment dat een aantal leerlingen aan het werk is met het klikklakboekje, zou ik een ander groepje kunnen laten oefenen met de software op een tablet.”

Hoe verloopt de indeling van een dag?

“Ik probeer alle onderdelen te geven, basisles, basiskwartier, extra ster-tijd en de integratieles. Maar het is best een vol programma. In de handleiding staat duidelijk aangegeven wat de facultatieve opdrachten zijn. Ik volg die handleiding goed en bereid er mijn lessen mee voor. Ook het planbord is een hele fijne ondersteuning in de klas. De kinderen kunnen erop zien wat ze gaan doen die dag. Voordat het planbord in de klas hing vroegen de kinderen vaak wat ze moesten gaan doen als ze klaar waren met een opdracht. Dat zien ze nu dus op het planbord. Daar staat precies aangegeven aan welk volgend taakje ze kunnen werken.”

“De extra ster-tijd gebruik ik voornamelijk om te automatiseren. Ik ga dan even apart zitten met bijvoorbeeld vijf kinderen die moeite hebben met de letters. Het mooie van de integratieles is dat je weer extra bouwt aan de woordenschat van de leerlingen. Met boekenpraat bijvoorbeeld. Hoe zie je papa en mama thuis lezen, in de krant op hun iPad en telefoon? In de integratielessen wordt ook verwezen naar stripverhalen en leesseries.”

Je combineert het lezen ook met schrijven?

“Ja, het leren lezen sluit mooi aan bij het leren schrijven zoals we dat aanbieden met de methode Ik pen. Neem bijvoorbeeld de opbouw van de letter ‘k’. Dat is nog maar de tweede letter die de leerlingen krijgen aangeboden bij het leren lezen. Het is moeilijk voor kinderen om die letter te schrijven, maar daar neemt de methode dan ook de tijd voor. Ik vind daar een goede opbouw in zitten. Bovendien is er een duidelijk onderscheid tussen schrijfletters en leesletters.”

Wat kun je zeggen over de leesresultaten?

‘De laatste maanden zie ik de leerlingen een enorme sprong maken in het vlot lezen. Ze stijgen soms wel twee AVI-niveaus.’

‘In de vorige groep had ik aan het eind van het schooljaar twee leerlingen die lazen op niveau M3 en de rest las perfect op niveau E3. Dat is dus echt een heel mooi resultaat te noemen. Alle toetsen die de leerlingen maken, geef ik ook mee aan de ouders. Dat vergroot de ouderbetrokkenheid en stimuleert om meer thuis te lezen. Ook vanuit de klassenbieb krijgen de leerlingen boeken mee naar huis om te lezen. Dan zie je ze op een gegeven moment vooruitgang boeken. Bij leerlingen die nog vooral met technisch lezen bezig zijn, zie je tóch leesplezier ontstaan. Ze krijgen dan de kriebels van het echt kunnen lezen. En dat blijft een van de mooiste momenten die er bestaan.’

Lees meer over Veilig leren lezen kim-versie

Reacties (0)

Geef een reactie

Jouw email wordt niet gepubliceerd.

0
    Je winkelmand
    Je winkelmand is leeg< Verder winkelen
      Bereken verzendkosten
      Kortingscode toepassen

        Toegevoegd aan winkelmand

        Naar winkelmandje