Blog van Marion van der Meulen, lees- en schrijfdeskundige bij Zwijsen en moeder van drie kinderen.
Strips lezen: goed voor de leesontwikkeling!
Toen ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw op de PABO zat, leerde ik dat we kinderen moesten afraden om strips te lezen. Strips neerleggen in de leeshoek in de klas was uit den boze. Strips lezen zou ervoor zorgen dat kinderen luie lezers zouden worden. En kinderen zouden na het lezen van strips geen ‘normale’ boeken meer kunnen en willen lezen.
Tijden zijn veranderd. Gelukkig. En tegenwoordig hoor je deskundigen steeds vaker zeggen dat strips lezen juist goed is voor kinderen. Wat is er in de tussentijd gebeurd dat men nu zo anders over het lezen van strips denkt?
Hoe word je een goede lezer? Technisch lezen
Om een goede lezer te worden moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden: Je moet alle letters en klanken van onze taal kennen, je moet deze klanken zonder nadenken aan letters weten te koppelen, je moet losse letters tot woorden (en zinnen) weten te rijgen en tijdens het lezen moet je een bepaalde snelheid van lezen hebben om niet alleen de letters en woorden te ‘ontcijferen’, maar ook ruimte in je hoofd te hebben om de betekenis van de woorden en zinnen te kunnen laten doordringen. Dit alles is onderdeel van wat op school het vak Technisch lezen heet. En voordat kinderen deze vaardigheid goed beheersen ben je zo een paar jaar verder. In de groepen 3, 4 en 5 wordt daarom veel geoefend met technisch lezen.
Woordenschat opbouwen: mondeling
Maar om teksten te kunnen begrijpen heb je meer nodig dan alleen je technische leesvaardigheid. Als je de woorden die je leest niet kent, begrijp je nog steeds niet wat je leest (en kun je eigenlijk de tekst net zo goed niet lezen). De kennis van woorden noemen we woordenschat. Woordenschat wordt door kinderen van baby af aan opgebouwd. De eerste 6 jaar van je leven leer je nieuwe woorden door te luisteren naar wat mensen zeggen. En bij het horen van nieuwe woorden gaan kinderen ook proberen die te gebruiken.
Meestal gaat dat goed, maar soms gaat het mis. En aan de reactie van anderen hoor je dan dat je het niet goed begrepen hebt en stel je de informatie over het woord of het woord zelf bij. Mijn zoon zei bijvoorbeeld op 3-jarige leeftijd op een bepaald moment: ‘Dat is kastuk’ Hij wilde zeggen dat iets stuk of kapot was en die twee woorden had hij tot één woord gemaakt. Doordat wij herhaalden dat het inderdaad stuk was, hoorde hij dat het woord niet ‘kastuk’, maar ‘stuk’ moest zijn en vanaf dat moment gebruikte hij het goede woord.
Woordenschat opbouwen: schriftelijk
De eerste ongeveer 2000 woorden van je woordenschat worden zo geleerd. Na het zesde jaar zie je dat nieuwe woorden niet meer afkomstig zijn van gesproken taal, maar juist uit geschreven taal afkomstig zijn. De meest alledaagse woorden ken je dan wel. Het zijn juist de minder bekende woorden die je uit verhalen en informatieve boeken opdoet. En natuurlijk uit schoolboeken.
Woordenschat is belangrijk voor het kunnen begrijpen van een tekst.
Ken je meer dan 5% van de woorden van een tekst niet, dan blijkt het lastig te zijn om de tekst te begrijpen.
Voor ons als volwassenen lijkt 5% misschien niet veel, maar probeer maar eens een buitenlandse tekst te lezen waarbij je meer dan 5% van de woorden niet kent!
Nieuwe woorden begrijpen is makkelijker met een plaatje erbij
En wat blijkt nu uit onderzoek: als je nieuwe woorden in teksten tegen komt, dan blijkt niets zo goed te werken voor het leren van nieuwe woorden, als het lezen van nieuwe woorden in stripverhalen. De verklaring is simpel: in stripverhalen zie je een nieuw woord niet alleen in een geschreven vorm, maar vaak ook in een plaatje. Samen geven plaatje en tekst een rijke context voor het woord.
Niet gek dus dat je een abstract woord als ‘oogst’ meteen begrijpt als je het ziet in de zinnen ‘Ik moet mijn worteltjes van het land halen, want het gaat de komende dagen regenen. Anders is de hele oogst verloren.’ En het begrip van ‘oogst’ wordt dan pas echt duidelijk als daarbij ook nog het plaatje te zien is van een veld met eindeloze rijen worteltjes en een boer die met een riek klaar staat. Gelukkig zijn strips tegenwoordig voor alle leeftijden voorhanden. Zo zijn er, naast de klassieke strips als Kuifje, Asterix en Donald Duck, nu bijvoorbeeld ook strips voor beginnende lezers, bijvoorbeeld AVI strips.
Het is dus niet alleen ‘Eet meer fruit’, maar ook ‘Lees meer strips’!