Mijn kind leert lezen! Kern 5
Leert jouw kind lezen? Meer dan driekwart van de scholen maakt hiervoor gebruik van de methode Veilig leren lezen van Uitgeverij Zwijsen. In dit artikel lees je wat je kind leert bij kern 5 en krijg je tips waarmee je kind thuis verder kan lezen en spelen met letters en woorden.
Wat leert je kind in kern 5?
De nieuwe letters in kern 5 zijn: eu, ie, l, ou en uu. Voor sommige kinderen zijn de ‘eu’, ‘ie’ en ‘ou’ best lastig. We besteden daarom veel aandacht aan die letters en herhalen ze iedere dag.
Kinderen die werken met zon-materialen (een hoger leesniveau dan de basislijn), oefenen het lezen van:
- eenlettergrepige woorden die eindigen op ‘uw’, zoals: duw, duwt;
- tweelettergrepige woorden, zoals: strandbal, braadworst;
- tweelettergrepige verkleinwoorden, zoals: schroefje, strikje;
- eenlettergrepige woorden die eindigen op ‘ch’ of ‘cht’, zoals: lach, bocht;
- eenlettergrepige woorden die eindigen op ‘aai’, ‘ooi’ of ‘oei’, zoals: haai, kooi, roei;
- tweelettergrepige woorden die eindigen op ‘e’, zoals: korte, aarde;
- tweelettergrepige woorden die eindigen op ‘en’, ‘er’ of ‘el’, zoals: honden, tijger, mantel;
- tweelettergrepige woorden met in het midden twee dezelfde medeklinkers, zoals: takken, bakker.
De letter eu
In deze kern leert je kind onder andere de letters bij de klanken eu – ou. Net als de reeds bekende letters ij en oe bestaan deze ‘letters’ uit 2 tekens. Voor de kinderen is de eu echter één letter. Je praat dus over de letter –eu-. Niet over de letters e-u.
Boekjes lezen
Je kind kent nu bijna alle letters. Daarom kun je in de bibliotheek alle eenvoudige boekjes lenen. De boeken zijn ingedeeld aan de hand van een codering. Boeken voor beginnende lezers krijgen altijd een E-aanduiding op de rug, gevolgd door het AVI-niveau (Start, M3, E3 of M4). Stimuleer de leesvaardigheid van jouw kind en zoek samen regelmatig leuke boeken uit!
(Voor)leestips bij kern 5
Zelf lezen niveau maan
- kom maar mee!, Berdie Bartels en Els van Egeraat (makkelijk lezen) ISBN 9789048719501
- de boot van bas, Mirjam Mous en Nicolle van den Hurk (makkelijk lezen) ISBN 9789048719464
- hoe maak ik een aap?, Daniëlle Schothorst (makkelijk lezen) ISBN 9789048719495
- vos doet dom, Isabel Versteeg en Sandra Klaassen ISBN 9789048719549
- waar is mijn boot?, Aag Vernelen en Ann De Bode ISBN 9789048719440
- naar het bos, Annemarie Bon ISBN 9789048719556
- soep joep, Frank Smulders en Suzanne Diederen ISBN 9789048719532
- Pas op voor de vos, Elle van Lieshout, Erik van Os, ISBN 9789048719471
Samen lezen maan en zon
- jan en noor op zee, Els Rooijers en Peter van Harmelen ISBN 9789048719525
Zelf lezen niveau zon
- de vis met de hoed, Marcel van Driel en Jan Van Lierde ISBN 9789048719518
- jos van het bos, Bies van Ede en Christoph Kirsch ISBN 9789048719457
- leentje en beentje, hoe kan dat?, Rindert Kromhout en Jan Jutte ISBN 9789048719488
Voorlezen
- Regels, regels en nog eens regels, Berdie Bartels en Els van Egeraat ISBN 9789048719563
Zoek in de bibliotheek ook eens naar de leesseries bij Veilig leren lezen, of kijk samen met je kind bij onze kinderboeken (AVI-niveau Start)!
Tips voor spelletjes bij kern 5
Tip 1: Rijmpjes maken
In deze periode zijn rijmpjes en versjes aan de orde van de dag. Probeer eens met jouw kind rijmwoorden te maken, zinnen met rijmwoorden te bedenken of zo veel mogelijk rijmwoorden bij een startwoord te bedenken. Let ook hierbij vooral op de uitspraak en niet op de schrijfwijze. Dus ‘zijn’ rijmt op ‘trein’ en ‘mand’ rijmt op ‘klant’. Laat je kind eens ervaren welke woorden in de bekende sinterklaasliedjes rijmen. Bedenk ook samen rijmpjes!
Tip 2: Een speurtocht door het huis
Schrijf opdrachten op kaartjes en zet daarmee een speurtocht uit in je huis. Aan het eind verstop je een versnapering. En wie weet bedenkt Piet wel hetzelfde spel bij het zetten van de schoen. Op een morgen ligt er geen snoep in de schoen maar een briefje. Enkele voorbeelden:
- kijk bij het raam … en bij het raam ligt een briefje met de tekst:
- zoek in de vaas … en in de vaas zit een briefje met de tekst:
- er zit wat in de laars* … en in de laars zit weer een briefje met de tekst:
- ren maar naar bed* … en daar ligt een briefje met de tekst:
- het staat op de kast*.
Succes verzekerd!
*Woorden met twee medeklinkers achter elkaar of met een ‘d’ aan het eind, zijn nog niet als basisstof behandeld. Je kunt deze woorden eventueel vervangen door een tekening.
Tip 3: S-i-n-t-e-r-k-l-aa-s en k-e-r-s-t-m-i-s en p-i-n-d-a-k-aa-s
Lange woorden zijn samengesteld uit heel veel lettertekens. Speel met de letters van zo’n woord een leuk spel. Schrijf een lang woord breeduit op papier. De verschillende letters van het woord moeten goed afzonderlijk zichtbaar zijn. Knip de letters desgewenst los van elkaar en leg ze voor je neer. Let wel op, dat je letters gebruikt die je kind tot nu toe geleerd heeft of waarvan je weet dat je kind ze kent.
Probeer samen met je kind (en eventueel andere spelers) hoeveel woorden je kunt maken met de letters van dat lange woord. Wie heeft de meeste woorden? Het moeten wel bestaande woorden zijn. Als spelers eenzelfde woord hebben gemaakt, telt dat voor één punt. Heeft een speler een woord dat niemand anders heeft, dan telt dat woord voor twee punten. Wie wint het spel? In deze tijd zijn de woorden: s-i-n-t-e-r-k-l-aa-s en k-e-r-s-t-m-i-s uitstekende startwoorden. Mogelijk vier je deze feesten niet. Dan vind je vast een ander geschikt woord. Ook bijvoorbeeld het woord p-i-n-d-a-k-aa-s heeft allemaal bekende letters!
Bekijk ook wat je kind leert in de andere kernen.